Gerrit van Wermeskerken

Powered by vir2biz

Persoonsgegevens

VoornaamGerrit
InitialenG.
Tussenvoegselvan
AchternaamWermeskerken
GeslachtMan
Geboren14-10-1897 in Putten.

Gearresteerd doorWehrmacht/SD/SS
Reden arrestatierepresaille
Gearresteerd inPutten
Gearresteerd op01-10-1944

 

Neuengamme

Aangekomen op14-10-1944
Vervoermiddeltrein
Vanaf plaatsAmersfoort

Detentiegeschiedenis

Amersfoort, vanaf 02-10-1944 tot 11-10-1944

Kampen

Neuengamme

Voorkomen in literatuur

Gedenkboek Putten 1948, p.333

Ingezonden verhalen over Gerrit van Wermeskerken

Geschreven door op 18-04-2018

Oorlogsverhaal van:
Gerrit van Wermeskerken: (Spoorlaan 15, Apeldoorn)
Eind september 1944.......... We moesten ons melden in Apeldoorn, vrijdags, de mannelijke bevolking.
Niemand verscheen en dus was te verwachten dat er een razzia zou komen.

Mijn vriend Hendrikus Ribbink (Stationsstraat 45) en ik besloten derhalve onder te duiken door naar familie in Putten te gaan.
Zo kwamen wij zaterdagsmiddags tegen 5 uur aan in Putten. We logeerden in pension "In de Dennen".

Zondagsmorgens 1 oktober 1944, tegen een uur of tien wilden wij naar mijn ouders.
Wij wisten nog van niets, zagen wel moffen in het bos. Opeens 2 schoten en mijn kameraad zegt: "Ik ben getroffen". (Ze zaten onverwacht midden in de "Razzia van Putten") Hij valt neer en meteen lig ik ook en zie nu veel moffen in het bos en op ons toe komen. Ik moet opstaan, krijg de tromp van het geweer op de borst en moet zeggen waar de derde man is heen gevlucht. Ik had helemaal geen derde man gezien. Zo'n jonge SS-boef zegt: "Wat hebben we 'm (Ribbink) mooi in het hart getroffen"!! (ter plaatse overleden)

Ondertussen was er nog iemand bijgekomen en toen werden we naar de hoek Rijksweg-Harderwijkerstraat gebracht. We werden apart gezet. Er stond wel 200 man, maar wij bleven apart met al gauw nog een enkele erbij, we waren nu met 6 man. Ons werd gezegd: "Als er 12 zijn, worden jullie doodgeschoten". Wij gewacht, steeds afgezonderd en later naar het dorp gebracht en tegen een muur van een schuur geplaatst. Ons groepje werd al groter, telkens kwamen er één of twee bij, al gauw was het 15 man, allen in afwachting van doodgeschoten te worden.

Het werd zachtjes aan donker, steeds stonden wij apart en waren er meer bijgekomen, tot tenslotte 30 man. Toen werden wij weggebracht naar de Eierhal en daar opgesloten. We mochten niet met elkaar praten.

Maandagsmorgens werden wij eruit gehaald. De andere mannen stonden reeds op het marktplein, wij werden naar de Dorpsstraat gedreven, op de stoep van de winkel van Slot, de horlogemaker. En daar moesten we knielen. Links en rechts kwamen mitrailleurs en voor ons een rij militairen met geweer in de aanslag.
Daar lagen we dan op onze knieën. Toen werd er gezegd: "Als er geschreeuwd wordt: schieten, val je maar allen een kant uit, dan blijft er misschien één in leven". Er liep zo'n vervloekte SS-er ons te treiteren: "Vandaag worden jullie kapotgeschoten". Telkens weer treiterde hij ons.

Na lang liggen wachten marcheerden de anderen ons voorbij en kregen wij bevel: Opstaan en aansluiten. Steeds bleven wij apart, ook bij het station.
Het laatst gingen wij de trein in en in Amersfoort ook afzonderlijk. Al die 10 dagen in Amersfoort ook steeds afgezonderd van de anderen.

Tot zover mijn opa's eigen verhaal.

Na 10 dagen in kamp Amersfoort is m'n opa Gerrit van Wermeskerken per trein vervoerd naar concentratiekamp Neuengamme, waar hij op 14 oktober 1944 is aangekomen. Het kamp ligt zo'n achttien kilometer ten zuidoosten van Hamburg.

Het is voorjaar 1945. Duitsland wordt steeds verder in de tang genomen door de geallieerden. In een uiterste poging de gruwelijkheden van de concentratiekampen uit te wissen, zetten de nazi's alles op alles om te voorkomen dat de gevangenen levend in handen van de vijand komen. De concentratiekampen worden ontruimd en honderdduizenden gevangenen worden op zogenaamde dodenmarsen gestuurd naar plaatsen waar de vijand ze niet kan bereiken. Velen overleven de tocht niet. Vanaf eind maart 1945 moeten ook de tienduizenden gevangenen uit de buitenkampen van Neuengamme weg. Wie niet meekan, wordt doodgeschoten. De rest belandt in haastig opgezette opvangkampen waar ze door de SS aan hun lot worden overgelaten.
Velen sterven voor de bevrijding.

Op 17 april 1945 is het Britse leger Neuengamme zo dicht genaderd dat de nazi's ook het hoofdcomplex met de laatste twaalfduizend gevangenen moeten ruimen. Omdat alle opvangkampen propvol zitten, worden ze naar de Lübecker Bocht getransporteerd. Bijna tienduizend gevangenen worden hier overgeladen op de vrachtschepen Thielbeck en Athen en het enorme cruiseschip Cap Arcona, dat bij Neustadt voor anker ligt. Het was waarschijnlijk de bedoeling om deze schepen midden op zee te laten exploderen. Dit om geen getuigen van de concentratiekampen in leven te laten.

Graaf Folke Bernadotte, neef van de Zweedse koning en hoofd van het Rode Kruis, kocht zo’n 250 westerse gevangenen, waaronder OPA, vrij. Ze werden op 30 april op Zweedse boten overgezet en kwamen op 2 mei 1945 aan land in Zweden en is Gerrit van Wermeskerken overgebracht naar een ziekenhuis om te herstellen van alle ontberingen in het concentratiekamp.

Op 3 mei 1945 krijgen ruim tweehonderd piloten van de Royal Air Force de opdracht alle Duitse schepen die ze tegenkomen te vernietigen, in de veronderstelling dat de nazi's ze gebruiken om munitie, troepen en SS-kopstukken naar Noorwegen weg te sluizen. Zo gebeurde dat ook per abuis met de drie schepen met gevangenen. Hierbij kwamen naar schatting 7000 tot 8000 gevangenen om het leven.

Op 13 augustus 1945 was opa weer thuis in Apeldoorn. (De familie dacht dat hij omgekomen was!)

Van de 602 weggevoerde mannen uit Putten kwamen er slechts 48 terug.

Gerrit van Wermeskerken was als laatste weer thuis en hij was de oudste der teruggekeerden.



Verhaal insturen

U dient ingelogd te zijn om een verhaal in te sturen.

Inloggen

Foto insturen

U dient ingelogd te zijn om een foto in te sturen.

Inloggen

Wijzigingen doorgeven

U dient ingelogd te zijn om een wijziging/opmerking te versturen.

Inloggen