Op 4 februari 1945 kwam de Groninger accountant Lammert Weenink om het leven in een van de buitenkampen van KZ-Neuengamme, Dessauer Ufer in Hamburg-Veddel. Weenink was op 1 november 1944 gearresteerd door de S.D. wegens het ter beschikking stellen van een schrijfmachine aan de illegaliteit. Na een verblijf in het beruchte Scholtenhuis en het Huis van Bewaring in Groningen kwam hij op 18 januari 1945 aan in KZ-Neuengamme. Al snel volgde overplaatsing naar een buitenkamp. In het kamp Dessauer Ufer waren ongeveer 1500 gevangenen gehuisvest. Ze moesten helpen bij het aanleggen van spoorwegen, het graven van tankgrachten en het ruimen van puin na bombardementen. Weenink overleefde de zware ontberingen niet. Hij werd later herbegraven in Loenen.