Geschreven door kees van velzen op 28-11-2018
Nicolaas van Velzen, rechercheur te Rotterdam, weigerde op 9 april 1943 mee te werken aan de arrestatie van Joden. Hij verliet zijn gezin en dook onder. Eerst in Appel (Nijkerk) en later in Ermelo waar hij op 1 januari 1944 door foute collega's werd gearresteerd in een ondergrondse hut aldaar. Zijn vrouw en twee zoontjes verbleven enige tijd als gijzelaars in kamp Vught.
Via detentie in Arnhem en Rotterdam arriveerde hij op 18 februari 1944 in kamp Vught. Na "dolle dinsdag" vertrok hij, samen bijna 3000 andere gevangenen per trein naar Sachsenhausen en arriveerde een maand later in Neuengamme, barak 15. Op 20 april 1945 ging hij per trein naar Lübeck, alwaar hij werd ingescheept op de ss Athen. Eind april werd hij overgebracht naar de Cap Arcona. Op 30 april werd hij weer terug geplaatst op de Athen.
Kort voor het bombardement van de Cap Arcona, de Thielbeck en de Deutschland in de Baltische Zee werd de Athen naar Neustadt in Holstein gestuurd om gevangenen op te halen. Dat werd Nicolaas' redding want de Athen werd niet geraakt. Kort daarna werden de gevangenen van de Athen gered door de Engelsen. Na enige tijd in het ziekenhuis in Holstein te hebben doorgebracht, vertrok hij per vliegtuig naar Brussel en keerde op 2 juni 1945 terug in Rotterdam.