Geschreven door José Huurdeman op 09-04-2021
Jacob Veerman
Citaat uit Ondergronds in de Tweede Wereldoorlog, verhalen uit de Gelderse Vallei, Veluwe en Krimpenerwaard door José Huurdeman: ‘Gedurende de gehele bezettingstijd werden gestrande vliegtuigbemanningen opgevangen. In de avond en nacht vlogen geallieerde bommenwerpers over Nederland naar Duitsland. Onderweg werden zij bestookt door luchtafweergeschut en Duitse nachtjagers. Soms konden bemanningsleden van neergehaalde vliegtuigen zich nog redden met parachutes en werden ze, als ze geluk hadden, door het verzet opgevangen. Jacob Veerman op boerderij Klein Achterveld, gelegen op de weg tussen Achterveld en Barneveld, was lid was van de OD van Barneveld. Op de boerderij huisden diverse onderduikers, waaronder een Joodse vrouw met haar dochter. Al in 1943 werden daar piloten gebracht door Jan Dijkstra uit De Glind. Drie keer zijn er piloten in tweetallen voor kortere of langere tijd op de boerderij opgevangen en ook weer door het verzet opgehaald. Alle onderduikers, inclusief alle piloten, hebben de Tweede Wereldoorlog overleefd maar Jacob Veerman zelf niet; hij werd op 24 januari 1945 gearresteerd. De SD zocht zijn dochter Jopie (17), die als koerierster voor het verzet werkzaam was, maar zij zat ondergedoken bij haar oom Gerrit in Ede. Omdat zij er niet was namen ze haar vader mee, hij zou worden vrijgelaten als zij zich meldde. Ze hoorde dit en heeft zich gemeld en werd gevangengenomen, maar haar vader kwam daardoor niet vrij.
Veerman werd afgevoerd naar Apeldoorn voor verhoor, waarna hij op 6 maart werd overgebracht naar Kamp Amersfoort en vervolgens naar Neuengamme waar hij op 18 maart 1945 aankwam. In het zicht van de bevrijding is hij op 3 mei 1945 verdronken nadat het Duitse schip Cap Arcona in de baai van Lübeck door Britse vliegtuigen met raketten bestookt werd, waardoor het schip in brand vloog en zonk. Veerman liet een vrouw en zeven kinderen na. Jopie belandde in Kamp Westerbork en kwam in mei 1945 ziek terug naar huis.’