Geschreven door Richard van de Velde beheerder van de website www.oorlogsslachtofferswestbetuwe.nl op 31-10-2019
De ouders van Arnold waren Speijer Jasper Sterk (*1842) uit Culemborg en Maaike van Vliet (*1839) uit Schoonrewoerd. Ze kregen samen zeven kinderen, waarvan Arnold de jongste was.
Arnold trouwde op 27 oktober 1911 in Culemborg met Antonia van Hillo (*1882-1927), die al een zoon Bart Anthonie de Heus (*1904) uit een vorig huwelijk had. Ze kregen samen twaalf kinderen:
• Speijer Jasper (*1910)
• Maaike Antoinette (*1912-1915)
• Hendrika (*1913) "Riek"
• Hermandus (*1914-1915)
• Arnoldus "Arnold" Geerlof (1916-1916)
• Maaike (*1918)
• Antonia (1919-1920)
• Maria Jeannette (1920-1920)
• Arnoldus Antonie (*1921)
• Pieternella (*1923-1923)
• Antoinetta Anna "Netty" (*1924)
• Helena Maria "Lenie" (*1926)
De 62-jarige binnenvaartschipper Arnold Sterk werd in 1927 weduwnaar, waardoor zijn laatste vier kinderen jarenlang in het Culemborgs Weeshuis verbleven.
Arnold woonde, samen met zijn zoon Speijer, op Rijksstraatweg 9 in Culemborg.
's Morgens vroeg op 25 juni 1941 werd Arnold samen met zijn zoon Speyer en de kameraden Van Lierop en Eegdeman door de SD gearresteerd. Dit hield verband met de drie dagen daarvoor uitgebroken oorlog tussen Duitsland en Rusland. In de weken na de aanval op Rusland werden ruim 600 Nederlandse communisten en socialisten opgepakt. Als leden van de Communistische partij werden zij als Staatsvijanden gezien en in Schoorl gevangen gezet. Vanaf 18 augustus 1941, toen bekend werd dat dit kamp werd opgeheven, werden de meesten overgeplaatst naar kamp Amersfoort. Hier kwamen de laatsten aan op 26 oktober 1941.
Tenslotte werden vader en zoon Sterk en Henk van Lierop op 13 december 1941 per trein vervoerd naar concentratiekamp Neuengamme, nabij Hamburg.
Begin mei 1942 lag Arnold met naar alle waarschijnlijkheid bloedvergiftiging in de ziekenbarak. Op 5 mei 1942 kreeg hij daartegen een injectie toegediend, die leidde tot zijn dood. De S.S. voerde selecties uit onder de zieken, waarbij zwaar zieke, werkonbekwame gevangenen werden uitgezocht en daarna werden gedood door een injectie in het hart. S.S.-artsen misbruikten de gevangenen ook voor medische proeven. Het stoffelijk overschot van Arnold is destijds gecremeerd en bijgezet op de begraafplaats Ohlsdorf. Na de oorlog is de urn met zijn asresten overgebracht naar het Nederlands ereveld te Hamburg-Ohlsdorf.