Jaap Steijger was sinds 1916 getrouwd geweest met Jans van Loenhout, maar inmiddels gescheiden. Jaap woonde op het Rietveld 126 in Delft. Jaap was lid van de Communistische Partij Nederland (CPN), toen de Tweede Wereldoorlog uitbrak. In 1941, nadat van het werkende volk de eerste Joden waren gearresteerd, riep de CPN op tot een landelijke proteststaking om deze arrestaties ongedaan te maken. Op 25 februari 1941 vond de februaristaking plaats, met name in de steden Amsterdam, Groningen, Den Haag en Rotterdam. Hier had de CPN vanouds een grote aanhang. Als gevolg hiervan openden de fascisten de jacht op CPN-leden, wegens hun rol bij het organiseren van deze staking. Op 13 maart 1941 werden op de Waalsdorpervlakte de eerste drie communistische februaristakers en 15 verzetsstrijders door een Duits vuurpeloton gefusilleerd. De arrestatiegolf ten gevolge van de staking beleefde in de zomer van 1941 een voorlopig hoogtepunt; in het westen van het land werden ongeveer 300 communisten opgepakt. Jaap werd op 25 juni 1941 gearresteerd en via Kamp Amersfoort eerst overgebracht naar concentratiekamp Neuengamme. Hij kwam uiteindelijk terecht in het concentratiekamp Dachau, waar hij op 2 augustus 1942 overleed. Door zogenaamd ‘falen van hart en de bloedsomloop, door een darminfectie’.