Lubbertus van Steeg, landbouwer van beroep, is op 1 oktober 1944 opgepakt bij de razzia van Putten.
Duitse soldaten kwamen bij zijn boerderij aan de Tintelersteeg in Putten en sommeerden hem om mee te komen.
Ook zijn11-jarige zoon en 10-jarige dochter moesten mee.
Ter hoogte van de Olden Aller Harbarg, tussen Nijkerk en Putten, vroeg Lubbertus van Steeg of zijn beide kinderen naar hun grootouders mochten gaan, die daar in de buurt woonden. Dit werd toegestaan.
Lubbertus van Steeg werd met anderen een zogenaamd melkhok ingedreven en later naar het centrum van Putten gebracht.
De beide kinderen hadden er geen weet van dat zij hun vader die dag voor het laatst hadden gezien.

Lubbertus van Steeg is op 2 oktober, samen met 658 andere mannen die waren opgepakt bij de razzia, per goederentrein naar Kamp Amersfoort gebracht. Op 11 oktober 1944 vertrok hij met zo’n 1400 gevangenen naar het station in Amersfoort om van daaruit naar Neuengamme gebracht te worden. Hij is daar overleden op 21 januari 1945 en gecremeerd.
De familie heeft jaren later een gedenksteentje in Neuengamme laten plaatsen.