Geschreven door Albert Jan van Weij op 08-05-2017
Toen mijn moeder ruim vier jaar geleden overleed, dacht ik dat er een einde zou komen aan de oorlog die zij haar hele leven bij zich droeg. En die zij in de vorm van angst, wanhoop en verdriet met haar omgeving deelde. Dat ik me los kon maken van deze emoties die mij mede hebben gevormd.
Op 17 augustus 1944 werd mijn opa Evert Jan van de Spreng door de SD van zijn bed gelicht en afgevoerd naar doorvoerkamp Amersfoort. Dat was jarenlang het enige dat zijn vrouw en dochters van zijn lot afwisten. Via het Rode Kruis hoorden zij dat het spoor naar Evert Jan eind april 1945 in Neuengamme dood liep – letterlijk, zoals weer veel later werd bevestigd.
Ik dacht dat de herinnering zou vervagen aan de spanning die zich thuis opbouwde wanneer 4 mei zich aandiende, wanneer het bijna de verjaardag van mijn moeders vader was, wanneer het 16 augustus of eind april werd… wanneer eigenlijk niet greep mijn moeder terug op de oorlog en raakte zij telkens weer van slag. Dat de beklemming en de machteloosheid zouden verdwijnen – dat had ik gedacht.
Jaarlijks op 4 mei herdenk ik Evert Jan van de Spreng.