Geschreven door Wil Legemaat op 15-04-2019
Jan Albertus Siks werd op 14 januari 1921 in Ter Apel geboren. Hij werd monteur van beroep en werkte enige tijd in Coevorden.
Zijn ouders en zus verhuisden in februari uit Assen naar Haren, waar zij de dienstwoning van de busmaatschappij GDS aan de Westerse Drift 19 a (tegenwoordig nummer 15) betrokken. In juli 1943 kwam Jan daar bij zijn ouders wonen.
Jan Siks had contacten met de Groninger technicus en verzetsman Fré Lode, maar het is onduidelijk of hij zelf actief was in het verzet.
De familie van Jan kwam oorspronkelijk uit de omgeving van Hoogeveen en was van beide zijden aan elkaar gelieerd. Vader Albertus Siks was een zoon van Jan Siks en Annetta Stukje, moeder Annechien Annetta Stukje een dochter van Jan Stukje en Hillechien Siks. Jan en Annetta Stukje waren broer en zus; Jan en Hillechien Siks eveneens.
Waarschijnlijk is Jan Siks gaan onderduiken om aan de arbeidsdienst te ontkomen. Maar het is ook mogelijk dat de liefde hem naar Hoogeveen voerde. Jan had verkering met een meisje Dekker uit Hoogeveen. Hoe het ook zij, eind januari 1945 verbleef Jan Siks in de woning van zijn aanstaande schoonvader, Dekker, in Hoogeveen. De zoons van Dekker, Jan en Hendrik, waren elders ondergedoken. Jan Dekker bezorgde het illegale blad Trouw en verspreidde radioberichten. Hij verbleef regelmatig op de boerderij van de ouders van zijn vriendin: de familie Stukje in Nieuweroord. Vader Geert Stukje was een broer van de moeder van Jan Siks. Op deze boerderij van Stukje werden springstoffen voor de plaatselijke knokploeg vervaardigd.
De SD raakte op de hoogte van de illegale activiteiten van Jan Dekker en op 30 januari 1945 stonden er veertien landwachters en twee SD’ers bij de familie Dekker in Hoogeveen voor de deur. Jan Dekker was er niet. De landwachten namen vader Dekker en Jan Siks mee naar de boerderij van Geert Stukje. Na een dreigement de boerderij in brand te steken, kwam Jan Dekker tevoorschijn. Hij werd gearresteerd en samen met Geert Stukje via het landwachthuis in Hollandscheveld naar het huis van bewaring in Assen gebracht. Aanvankelijk werden Jan Siks en vader Dekker vrijgelaten, maar in de nacht van 2 op 3 februari werden zij toch weer opgepakt en eveneens naar het landwachthuis in Hollandscheveld en vervolgens naar het huis van bewaring in Assen gebracht. Na verhoor werd vader Dekker gestraft met vier weken werken voor de Organisation Todt. Jan Siks kwam er minder genadig af. Hij werd op 17 maart 1945 vanuit Assen op transport gesteld naar Neuengamme. Ook Geert Stukje, de oom van Jan Siks en de aanstaande schoonvader van Jan Dekker, trof dit lot. In Groningen werd een groep gevangenen aan het treintransport toegevoegd.
Jan Siks werd doorgevoerd naar een buitenkamp van Neuengamme: Uelsen. Op 15 april 1945, enkele weken voor de bevrijding, stierf Jan Albertus Siks in Uelsen door uitputting. Hij werd 24 jaar.
In Haren is pas na jaren duidelijk geworden dat Jan Siks in Duitsland om het leven was gekomen. De aangifte van overlijden werd gedaan op 7 juli 1950.
Jan Dekker werd op 8 maart 1945 gefusilleerd bij ‘Woeste Hoeve’, Apeldoorn, als represaille voor de aanslag op Rauter.
Geert Stukje overleed in juni 1945, een maand na de bevrijding, in een hospitaal in het Duitse Lübtheen.
De ouders en de zus van Jan Siks verhuisden in 1946 vanuit Haren naar Hoogeveen.