Geschreven door Joost Serrarens op 03-04-2017
Joseph Petrus Eugène Serrarens
Jos wordt op 1 maart 1903 geboren op Rapenburg, Stoppeldijk en is gehuwd met Maria Antonia van Hove te Koewacht.
Het huwelijk bleef kinderloos.
Jos is de gemeentesecretaris van Vogelwaarde en beheert de sleutels van het gemeentehuis. Op 18 april 1944 wordt er een inbraak gepleegd in het gemeentehuis waarbij de kluis wordt leeggehaald. Dezelfde dag wordt Jos verhoord waarbij hij verklaart overvallen te zijn op zijn huisadres door twee personen. ( thans Rapenburg 59) Onder bedreiging met een revolver heeft hij de sleutels van de secretarie en van de kluis afgegeven.
De volgende dag, 19 april 1944 wordt hij door de Sicherheitsdienst gearresteerd. Door veldwachter Emile Martinet (Hengstdijk) wordt hij met de tram naar het politiebureau in Terneuzen overgebracht en in een cel vastgezet Vandaar wordt hij naar het kamp Vught getransporteerd. Hem wordt meerdere keren de gelegenheid gegeven te ontsnappen. In kamp Vught is een werkplaats waar Philips producten worden gemaakt, een vliegtuigensloperij en een lompen sorteerafdeling. In juli is Jos enkele weken ziek en worden er röntgenfoto’s van zijn longen gemaakt.
Op 5 september, dolle dinsdag, wordt Jos met ongeveer 1.800 mannen, staande in goederenwagons afgevoerd naar het concentratiekamp Sachsenhausen welk transport na twee dagen en nachten zijn bestemming bereikt. Op 16 oktober 1944 wordt Jos doorgeleid naar het KZ Neuengamme. ( Zie Fons Aarnoutse en Willem Voet.) Jos wordt vervolgens naar het buitenkamp Hamburg- Hammerbrook aan de Spaldingstraβe doorgestuurd. Slaapbritsen staan tweehoog tegen en naast elkaar opgestapeld. Gevangenen worden gedwongen om over elkaar heen te kruipen. Om 04.30 uur worden ze gewekt, volgt er inspectie en een ontbijt met surrogaatkoffie. “Uitroeiing door arbeid” is er het motto van de kampleiding. Slechts 10% van de gevangenen overleeft de vernietigingsmachine. Overlevenden vertellen verhalen over ziekten, mishandelingen, vernedering, vervuiling, honger en uitputting.
Jos overlijdt op 19 november 1944.
Zijn stoffelijke resten rusten op het ereveld Loenen, Apeldoorn.
Uit het opgemaakt proces-verbaal blijkt dat Jos op geen enkele wijze betrokken was bij de overval die in vereniging werd gepleegd door Rudolph Fassaert (Lamswaarde) en zijn neef Eugène Fassaert. (Breda) Een deel van de buit werd een dag na de overval verbrand aan de voet van de graanmolen van de familie Fassaert te Lamswaarde.
Samenvatting uit het boek “ Herinner U de Namen” ( door Ad Franken), verschenen op de website http://dorpsraadkloosterzande.nl/verhalen-van-vroeger/25-verzetleden