Geschreven door Edwin Vrielink op 02-10-2019
Een heuglijke dag met een zwart randje.
11 januari 1944 werd mijn moeder geboren. Wat als een heuglijke dag begon eindigde in diepe droefenis. Kort na de bevalling overleed Hendrikje Dijkgraaf: haar moeder, mijn oma. Gerrit Ruiter bleef achter met drie kinderen: 2 zonen en een dochter.
Al snel hervond Gerrit Ruiter zijn geluk bij een nieuwe vrouw in zijn leven. Het prille geluk zou echter niet lang duren. In de nacht van 30 september 1944 pleegde het verzet een aanslag op een Duitse ordonnance die reed van Nijkerk naar Putten. Hierbij vielen twee doden: een Duitse officier en een verzetsman. De stengun die het verzet gebruikte had dienst geweigerd op het moment suprême. Drie Duitsers hadden kunnen ontsnappen. De gealarmeerde afdeling van de Duitsers te Harderwijk luidde meteen de noodklok op de Duitse burelen. Terwijl iedereen rustig lag te slapen werd het vonnis over Putten uitgesproken. Vroeg in de ochtend werd Putten hermetisch afgesloten. Terwijl iedereen zich deze zondagochtend klaar maakte om te genieten van een rustige dag, hadden de Duitsers hele andere bedoelingen. Terwijl het merendeel van de Puttense bevolking zich naar hun kerk van keuze begaven, stroomden de straten vol Duitse soldaten en politieagenten. Iedereen werd gesommeerd om zich naar de grote kerk te begeven. Dat het de Duitsers menus was blijkt wel uit de 7 doden die deze dag vallen.
Die avond werden vrouwen en kinderen naar huis gestuurd. Zij moesten ervoor zorgen dat ze de volgende dag terug kwamen met eten voor de mannen. Op 2 oktober 1944 werden 659 mannen uit Putten afgevoerd naar kamp Amersfoort. In de dagen hierna werden 58 van hen vrijgelaten. De rest ging op 11 oktober 1944 op transport van Kamp Amersfoort naar het Duitse kamp Neuengamme. Het zogenaamde oktobertransport werd door een fotograaf vastgelegd. Deze foto's werden uiteindelijk het gezicht van Nationaal Monument Kamp Amersfoort. Van de Puttenaren weten dertien man tijdens de treinreis te ontvluchten, 588 van hen belandden uiteindelijk in het concentratiekamp Neuengamme. Slechts 48 van hen zien Putten ooit terug. Vijf van hen overlijden alsnog kort na terugkomst.
Gerrit Ruiter is een van de slachtoffers. In juli 1945 kan zijn nieuwe vrouw de opvang van de nog jonge kinderen niet meer aan. De jongens komen terecht in tehuizen, waar ze de rest van hun leven verblijven. Zijn dochter Ria Ruiter wordt echter geadopteerd. Zeventien jaar leeft ze een gewone jeugd. Dan wordt haar door haar adoptief ouders verteld over haar eigenlijk ouders, een dag voordat ze in een rechtbank verwacht wordt voor een naamsverandering. Ze zal deze naamsverandering niet ondergaan. Tijdens een eerste ontmoeting in Putten krijgt ze haar ouderlijke geschiedenis voor het eerst te horen. Zo krijgt ze ook het weinig te weten wat over Gerrit Ruiter bekend is over zijn tijd in Duitsland. Dat is zeer weinig. Hij is bij de ontruiming van Neuengamme in een trein beland die door de geallieerden onder vuur werd genomen. In het eerste deel van de trein zat een familielid die hierover getuigde. Het midden van de trein werd geraakt door een bom. Gerrit bevond zich in het achterste gedeelte van de trein en overleefde het bombardement. Het voorste deel van de trein werd losgekoppeld. Het was de laatste keer dat Gerrit Ruiter in levende lijve is gezien.
Jaren is ervan uitgegaan dat hij slachtoffer is geworden van de bombardementen van 3 mei 1945 in de Lübeckerbocht. Dat staat ook op zijn overlijdenscertificaat.
25 juni 2004
Hé broer leuk dat je mee wilt zoeken naar onze stamboom!
Irma
Een simpel zinnetje wat een hoop in beweging zette. Op een eerste lijst staan twee namen die ik niet kon plaatsen. Dat zijn niet de opa en oma die ik me herinnerde. Op 34 jarige leeftijd kom ik voor het eerst in aanraking met de geschiedenis van het concentratiekamp Neuengamme. Een geschiedenis die me niet meer zal loslaten en met verstrekkende gevolgen. Ik informeer me graag en goed. Zo ontstaat al snel een gespecialiseerde bibliotheek omtrent het concentratiekamp Neuengamme. Gaandeweg stuit ik ook steeds meer op verhalen over buitenkampen die weinig van doen hebben met getuigenissen van mensen die daar gevangen hebben gezeten. Een van deze kampen betreft het buitenkamp Husum-Schwesing. Na jaren van onderzoek is daar het kamp Ladelund bijgekomen dat als dependance fungeerde van Husum-Schwesing.
De kennis die ik vergaarde zorgde ervoor dat ik gevraagd werd tot het geven van lezingen over deze buitenkampen én om beheerder te worden van het Digitaal Monument Neuengamme namens de Vriendenkring Neuengamme. Een functie die ik sinds 2017 met veel passie uitvoer.
In de archieven van deze stichting stuitte ik op een document van de heer Dam over Stalag XB, beter bekend als Sandbostel. Over Gerrit Ruiter stelt hij de vraag of dit niet dezelfde persoon is als de A Ruiter die op een Engelse lijst voorkomt van overlevenden van het kamp Sandbostel. Deze eerste lijst is opgemaakt door Engelsen die direct na de bevrijding de zieken opvingen en naar hospitalen in de omgeving brachten. Deze mensen hadden geen informatie om op af te gaan dan de fonetische uitspraak. Dat leidde tot zeer vele fouten in deze lijsten. Tegenwoordig kunnen wel veel meer te weten komen over mensen en slachtoffers in de Tweede Wereldoorlog. Zo bestaat er een lijst oorlogsvermisten die in de jaren na de oorlog is opgesteld. Het bevat alle namen van mensen die uit de basisadministratie van de gemeenten werden gestreept omdat er over hun lot in de oorlog niets bekend was en zij als overleden diende te worden beschouwt. Nu komt er in deze lijst geen A Ruiter geboren op 3 mei 1916 voor, maar wel een G. Ruiter geboren op 3 mei 1916... Op de Engelse lijst is de naam Ruiter doorgestreept. In de jaren 50 hebben Franse identificatieteams gewerkt te Sandbostel. In het rapport dat zij hebben opgesteld staat onder nummer 666 de opgraving beschreven van een lichaam met een identificatieplaatje wat bekend is van Neuengamme. Het lichaam van deze man kreeg daar het nummer 57048. De Ruiter met nummer 57048 is niemand anders dan Gerrit Ruiter.