Geschreven door Peter Teunissen op 27-04-2024
Peter Leenders, hoofdpijndossier of gewoon een complexe puzzel. General Horrocks zei ooit: "It’s all a question of bridges”. In dit geval lijstjes, want daar draaide het allemaal om. Op welk lijstje stond Peter? Is het de juiste? Er was ook een Maastrichtse Peter (Wilhelm), ook een dwangarbeider maar niet “onze” Peter. Dan ontstaat een zoektocht die me veel “in gedachten verzonken” momenten opleverde. Ja dit trieste verhaal gaat over mijn speurtocht, mijn gevoelens, maar ook over familie (Leenders/Leerentveld) en Anja, die diep onder de indruk was om zoveel jaar na dato ineens overrompeld te worden met informatie over haar opa en haar/mijn familie.
En dat verhaal begon op of omstreeks 12 december 2023, mijn onderzoeksweken aan het einde van elk jaar. Peter Leenders is een achterneef (3x maar wel dezelfde generatie). Ik vond zijn geboortedatum, sterfdatum en dus zijn graf op erebegraafplaats Loenen. Dan vond ik gelijk zijn OGS dossier via de NA link. En dan lees je over de ramp in de Lübecker Bucht. Een heel bijzonder verhaal natuurlijk. Maar dan de razzia in Putten, hoe dan? Ik probeer een logische volgorde van gebeurtenissen te schetsen, onderbouwd met feiten/omstandigheden maar soms ook gissen. Oorlog blijft een vage business.
Peter Leenders werd geboren op 22 februari 1915 te Arnhem in de Kipstraat. Hij is een zoon van Derk Leenders, arbeider, en Maria Johanna Wilhelmina Neijenhuis, huisvrouw. Peter is een kleinzoon van Anna Hoksbergen. Peter was 4 toen oma Hoksbergen overleed.
Het gemak in de Kipstraat waar Peter gebruik van heeft gemaakt.
Peter heeft 4 broers en 2 zussen. Het gezin had 11 kinderen, de anderen leefden niet lang. Peter groeide op in het Spijkerkwartier waar veel familie woonde, veel armoe en ellende. Veel scholing heeft Peter niet gehad. Op jonge leeftijd geld voor de kost verdienen. Een heel zwaar leven voor de jonge Arnhemmer, hij werd grondwerker van beroep. Later zou blijken hoe zwaar. Peter voetbalde bij een Arnhemse club, welke is niet bekend.
Peter leert de Groesbeekse Elisabeth Kersten kennen en het stel trouwde op 14 juli 1937 te Arnhem. Betsy werd geboren op 8 januari 1913.
Het dorp Groesbeek jaren 20-30 van de vorige eeuw.
Waar Peter en Betsy direct na hun huwelijk zijn gaan wonen is niet meer te achterhalen. De gezinskaart van Peter en Elisabeth is niet terug te vinden, alleen een historische reconstructie. Op 11 november 1941 werd hun dochter Elisabeth Catharina geboren op Spijkerstraat 31.
Spijkerstraat Arnhem1920-1930
Betsy Leenders bij een voetbalwedstrijd aanwezig ergens rond 1942/1943. Bij moeder Betsy op schoot.
Peter en Betsy aan de achterzijde van het Duivelshuis op 14-07-1937 te Arnhem
Duivelshuis 1942
In 1941 begonnen de Arnhemmers ook de nare kant van de bezetting te merken en m.n. van de Duitschers. Wanneer in september 1944 de Airborne troepen van General Horrocks Arnhem binnentrekken breekt letterlijk de oorlog uit voor de burgers. De gevechten in aanloop van de verovering van de brug vernielen alles in de directe omgeving. Na dagen van gevechten verliezen de Engelse troepen hun grip op de situatie en hebben de Duitschers de overhand. Na de evacuatie van de gewonden roeit General Feldmarshal Model Arnhem helemaal uit. Zware gevechten en bombardementen met zeer veel schade aan de Arnhemse binnenstad. De burgerbevolking werd geëvacueerd, sommigen zijn zelf al vertrokken, maar velen hadden die keuze niet en moesten nu. Bijna alles moesten ze achterlaten. Zo ook Peter, Elisabeth en hun dochtertje Betsy. Omdat er kennissen naar Putten waren overgebracht ging het gezin Leenders daar ook naar toe. Veel Arnhemmers gingen naar de Veluwe. De familie Leenders kwam bij een boer terecht. Ze arriveerden op zaterdag 30 september in Putten.
In de nacht van 30 september 1944 werd door het Puttens verzet op de Oldenallerbrug, in de buurt van Nijkerk, een aanslag gepleegd op een voertuig van de Wehrmacht. Een officier en een verzetsman kwamen om. De dag van 1 oktober was een zwarte voor Putten. De volgende morgen 1 oktober werd een deel van de mannelijke bevolking van Putten uit huis gehaald of van straat geplukt. Peter en zijn gezin werden uit de boerderij gehaald door de Duitschers, hij moest mee. Zijn vrouw moest eerst ook mee en moest Betsy afgeven aan de boerin. Dat wilde ze niet natuurlijk. Buiten volgde Betsy haar man met Betsy op haar arm, maar uiteindelijk duwde een Duitsche soldaat, die achter Betsy liep, haar de struiken in en zei “vort, vort”. Hiermee kon Betsy zich verschuilen voor de Duitschers en ontliep hiermee opsluiting in de Kerk. Peter was onderweg naar de school in Putten waar de mannen verzameld werden, hij was op zijn zondags gekleed voor de kerk waarschijnlijk, want volgens Betsy had hij zijn goede donkerbruine pak aan. De volgende dag 2 oktober is Betsy brood gaan brengen bij haar man. Dat was de laatste keer dat ze hem levend heeft gezien. Dezelfde dag werden ruim 650 mannen naar Kamp Amersfoort afgevoerd.
Ruim 552 mannen keerden niet meer terug. Peter en de Puttense mannen werden in Kamp Amersfoort geregistreerd, Peter kreeg kampnummer 8397. Van de Puttense mannen zijn er 58 vrijgelaten. Peter ging op 11 oktober op transport naar Neuengamme. Op 14 oktober kwam hij aan in Neuengamme, hij kreeg kampnummer 56499, ook dit detail zou belangrijk blijken te zijn.
Artist impressions van Neuengamme
En zo werden er lijstjes gemaakt waar Peter op vermeld werd. Lijstjes van Neuengamme. Peter werkte in en om Neuengamme, voor details verwijs ik naar het werk van Frank Krake die een prachtig/heftig boek over de Amsterdammer Wim Aloserij schreef met zijn lotgevallen in m.n. Neuengamme en de ramp op de Cap Arcona.
En dan weer een lijstje, nu van het satelliet kamp van Neuengamme “Meppen-Versen”. Vermeld werd dat Peter hier zat op16 januari, tot 24 maart 1945. De gevangenen moesten hier werken aan de zgn. Friesenwall, een verdedigingslinie in het moeras met dus veel grondwerk.
Tekeningen gemaakt door een “inmate” van Meppen-Versen
Meppen-Versen
Op 25 maart 1945 ruimde de SS dit kamp. Te voet werden de “Marschfähigen Häftlinge” of mobiele gevangenen, de weg op gestuurd. Met de gevangenen van Meppen-Dalum samen werden de gevangenen naar Bremen gedreven waar het merendeel te voet naar Neuengamme door ging. Ook Peter Leenders. Hij moest een goed gestel hebben gehad om deze omstandigheden het hoofd te bieden. Half april 1945 werd Neuengamme ontruimd omdat de Engelsen dicht genaderd zouden zijn. 9500 dwangarbeiders/gevangenen werden op transport gesteld naar Kamp Sandbostel. In Neuengamme zijn er de transportlijstjes waar Peter op staat. In Sandbostel werden de gevangenen op transport gesteld naar Lübeck. Daar gingen de gevangenen aan boord van de Cap Arcona of de twee andere schepen. Aan boord van de Arcona waren steekkaarten met de namen van de gevangenen uit Neuengamme. Waarschijnlijk was Peters kaart (lijstje) hier ook bij. Na de ramp met de Cap Arcona (beschoten/gebombardeerd door Typhoons van de Engelsen en andere nationaliteiten omdat men dacht met Duitsche troepen te maken te hebben) werden veel slachtoffers niet terug gevonden en naar men dacht ook Peter niet, of hij is ongeïdentificeerd in een massagraf begraven aldaar. Zijn overlijdens akte opgemaakt in Neustadt bevestigd dat. Deze dateerde van 1948 en vermeld het heengaan van Peter door de ramp. Zo komt dit ook in Nederland terecht. Peters broer Derk en Peters weduwe Betsy schrijven naar het rode kruis en de oorlogsgravenstichting (OGS) over het lot van Peter. Vanuit de instanties krijgen ze te horen dat Peter in de Lübecker Bucht is omgekomen.
Alle archieven heb ik opengetrokken die ik maar kon vinden/verzinnen. Bad Arolsen (International Tracing Services ITS) was zeer behulpzaam en binnen een paar dagen een reactie en een belofte om me op de hoogte te houden als mijn onderzoek een andere richting zou uitgaan zodat zij mee konden denken. Een stempel op een OGS formulier dat Peter gestraft zou zijn door justitie vanwege politieke handelingen of gedragingen. Dus de CABR aanvraag van maanden zonder resultaat natuurlijk, ook was hij niet bij justitie bekend. Een half jaar moeten wachten op het oorlogsarchief van het rode kruis (NRK). De inhoud teleurstellend hetzelfde als wat ik al had gezien bij het Nationaal Archief (NA), OGS en ITS. De correspondentie van Derk Leenders (broer) en Elisabeth Leenders-Kersten waren diep treffend. Zo lang in zulke onzekerheid levend. Het verdriet dat Peter nooit meer thuiskomt treft ook mij, hoe ver weg ook. Om dat te begrijpen, ik vreet een onderwerp op, trek me dingen aan, frustreer me ook aan de fouten die ik vind van toch gerenommeerde instanties. Maar aan de andere kant voel ik mee met de nabestaanden, ik droom er over, ik leef het onderwerp. Om dan een verhaal hierover te schrijven zonder mijn opinie er in door te laten schemeren of vooroordelen te hebben is dan lastig. Ook moet het verhaal simpel te lezen zijn, mijn stijl van schrijven.
De lijstjes van het NRK, gebaseerd op de overlijdensakte uit Neustadt. Er werd/wordt maar 1 overlijdensakte gemaakt van een doodverklaard persoon. Dat was hier ook zo. De “Sterbe Urkunde” werd in Nederland in de gemeente van inschrijving bijgeschreven. Ook bij de gemeente Arnhem. En dus luidde de overlijdensakte als gemeente van overlijden: Lübecker Bucht bij Duitsland. Ook kreeg de weduwe Leenders zijn persoonlijke spullen (ring en horloge) terug na de oorlog. Deze waren gevonden in een kluis te Husum waar zich ook een satelliet kamp bevond en mij liet veronderstellen dat hij daar ook zou hebben gezeten. Niets was minder waar. De Duitschers wilden er met de poet vandoor en waarschijnlijk vond men zijn spullen daar in Husum of in de trein (met die kluis) die in Husum stond en door de Engelsen werd gevonden.
Zakje waar Peters persoonlijke eigendommen inzaten die hem in Kamp Amersfoort werden afgenomen.
Na de oorlog werd Duitschland bezet door de geallieerden. Kamp Sandbostel lag in een zgn. Franse zone. Dus deden de Fransen onderzoek/opgravingen van vermeende oorlogsslachtoffers in de regio. Op Kamp Sandbostel lagen 4 grafvelden. Hierin lagen allerlei nationaliteiten begraven. Begin jaren 50 van de vorige eeuw werd hier een aanvang mee genomen. Vanuit de OGS was er een defensie medewerker aanwezig (of hij bemoeide zich er daadwerkelijk mee) om de opgravingen/identificatie te volgen en te helpen documenteren. Blijkbaar was het voor de Duitsers een probleem om opgegraven resten opnieuw te begraven. Het zou met gewijde grond te maken hebben die opnieuw beroerd moest worden. Dus als iemand werd geïdentificeerd moesten de resten naar een andere begraafplaats worden overgebracht, of niet opgraven. Groot probleem voor de Franse onderzoekers want na identificatie had men plek nodig voor (tijdelijke) herbegrafenis. De liaison officier, de latere Majoor Westenburger, wiens archief verbazend openbaar is, zag toe op de identificatie en herbegrafenis van Nederlandse oorlogsslachtoffers. Zijn werk is enorm belangrijk geweest. Hij drong er bij zijn superieuren op aan om alle Nederlandse slachtoffers in Duitsland op te graven, dus ook Bergen-Belsen om b.v. Anne Frank te vinden. Een paar grote beren op de weg helaas. Dit verzoek (jaren 60) was rijkelijk laat en onmogelijk geworden. De meeste opgravingseenheden waren terug naar hun land en het zware materiaal was inmiddels defect, in Duitse (boeren) handen of gemeenten of ook terug naar het eigen land. Om van de kosten maar niet te spreken. Wel een nobele gedachte.
Opgravingen van oorlogsslachtoffers
Tijdens deze exhumatie werkzaamheden te Kamp Sandbostel in 1954 werd Peter Leenders gevonden. Ik heb alles uit de archieven gehaald wat ik dacht nodig te hebben. Zo vond ik het complete exhumatierapport in het Frans met skelet documenten waarop de bijzonderheden van Peter vermeld stonden. Zijn brede voortanden waren bekend, zijn overstaande lip, was Betsy pas na navragen opgevallen bij zijn broers. Zijn zwaar versleten wervels en verzakte kartels. Zware slijtage van het gebit en alles wat er niet meer was in zijn kaken. Een tekening waarschijnlijk door Majoor Westenburger gemaakt laat een schedel zien waar nog wel het eea aan zat (resten) en waaruit deels het hoofd van Peter is op te maken. De Fransen gebruikten, net als vele anderen overigens, een techniek waarbij de schedel in een foto werd geprojecteerd. Ze legden een goede gezichtsfoto van iemands hoofd over de foto van een schedel dat opgegraven is om zo de identiteit te bevestigen. Veel doden zijn zo geïdentificeerd. Bij Peter Leenders was dit niet van toepassing gelukkig. Zijn herkenningsplaatje werd bij hem gevonden met zijn kampnummer waardoor identificatie vlotter verliep.
En dat kan niet van de officiële instanties gezegd worden. Volgens zijn weduwe schreef het Rode Kruis haar net na de oorlog dat er getuigen waren die Peter een paar dagen voor de bevrijding in Kamp Sandbostel hebben zien lopen. Ook kreeg Betsy van twee teruggekeerde Arnhemse jongens ditzelfde te horen en dat Peter op het laatst naar een ziekenzaal werd gebracht. Allemaal strohalmen waar de familie zich aan vast klampten, maar verder geen lichaam en dus geen nieuws. Wel schrijft Betsy in 1946 dat ze geen hoop meer had dat Peter nog leefde. In 1947 meer brieven, ook naar de NCRV die een radioprogramma aan vermiste personen wijde, in de brief vroeg Derk Leenders om hulp (navragen door de NCRV). Terug naar 1954 en OGS. De familie van Peter weet dan nog van niets over het feit dat Peter gevonden is. Dat is enigszins logisch. De stoffelijke resten van Peter zijn herbegraven om later formeel geïdentificeerd te worden. Het bureau gravendienst van defensie regelde dit en informeerde OGS. En dit gebeurde pas in 1962. Vanaf dit moment komt alles in een stroomversnelling. Betsy werd geïnformeerd over Peters lichaam (letterlijk) en of ze het op prijs stelde dat een herbegrafenis op het ereveld Loenen tot de mogelijkheid behoorde. Haar reactie is doordrenkt van ongeloof. Maar omdat de brief van de Majoor Westenberger over uiterlijke details van Peters stoffelijk overschot niet meer in bezit is van de familie moet ik details uit Betsy’s brief halen. Een aantal noemde ik al hiervoor. Zijn dikke bos haar, zware wenkbrauwen, nooit vullingen in zijn gebit gehad, hoofd niet zo groot, haar man was kolensjouwer geweest dat ook de slijtage van zijn wervels verklaarde, een gezette pols of enkel na een breuk uit zijn jeugd komt Betsy vaag bekend voor, en als het werkelijk haar man is die hier in Nederland begraven gaat worden er familieleden bij aanwezig mogen zijn. Betsy is in 1954 hertrouwd dus nu alle activiteiten rondom Peters herbegrafenis gaan plaatsvinden zal dat zeker een zware wissel op haar gezin hebben getrokken. Peters dochter Betsy is inmiddels 21 jaar en heeft verkering. Betsy zal een jaar later met hem trouwen. Op 27 november 1962 vond de herbegrafenis van Peter Leenders op het ereveld Loenen plaats in aanwezigheid van de familie. De uitnodigingsbrief is gericht aan Elisabeth van Galen-Leenders. In de brief een lijstje met wie er mogen komen, de NIET-hertrouwde weduwe is welkom.
Betsy Leenders in haar tienerjaren
Betsy en Betsy na de oorlog, locatie Arnhem, mogelijk Spijkerstraat 31.
Terugkomend op het feit dat Peter terugliep naar Neuengamme vanuit Meppen-Versen. Met documentatie uit het beperkt openbare archief van het NRK kan mijn uiteenzetting een beetje op scherp gezet worden. Stel dat Peter op 14 april 1945 al ziek was en niet te voet naar Neuengamme kon lopen. Dan was hij op de trein gezet naar Bergen-Belsen, dat is met de zieken ook gebeurd. Bij Celle werd de trein onder vuur genomen door de geallieerden. 80 mensen kwamen hierbij om. De doden zijn met vrachtwagens vanuit Bergersdorffen naar Sandbostel gebracht (feit met getuigenverklaringen) en daar begraven. Peter zou dan niet gezien zijn door de diverse getuigen maar iemand die op hem leek. Of, Peter werd met een aantal overlevenden vanuit Lübeck naar Sandbostel gebracht en werd dus gezien door getuigen maar overleed door ontberingen alsnog. Kan allemaal. Het rapport van het commando dat overlevenden naar Sandbostel bracht vanuit Lübeck is in mijn handen geweest en heb ik deels overgetikt. Het wordt in 2046 openbaar. Feit blijft dat Peter dus in Sandbostel stierf en begraven werd en niet omkwam in de Lübecker Bucht. Wel zou het mogelijk kunnen zijn dat hij door de ramp omkwam vanwege verwondingen of was zijn toestand dermate slecht dat hij daaraan overleed. Een triest verhaal maar nog wel gedeeld en besproken door Peters kleinkind Anja, mijzelf en onze kinderen, familie en vrienden.
Peter Leenders 1915-1945
Helaas is de geboortedatum verkeerd, dat moet de 22ste zijn.