Geschreven door Jan de Lange op 25-12-2022
Roel de Lange een eenvoudige Noordbarger jongen
11 juni 2021
Van onze speciale verslaggever Jan P. de Vin
Roel de Lange een eenvoudige Noordbarger jongen
politieman – verzetsman – schrijver
Roelof (Roel) de Lange werd op 14 februari 1912 te Oranjedorp geboren als oudste zoon van Harm de Lange en Geesje van Wijhe, het gezin telde 18 kinderen. Ze gingen wonen aan de Zuidbargerstraat met het huisnummer NB 151 thans Oude Zuidbargerstraat 2. Vader Harm dreef hier een galanteriewinkel en liep met negotie bij ‘t pad. Roel werd beroepsmilitair bij het Garderegiment der Grenadiers te Den Haag. Vervolgens ging hij naar de Koninklijke Marechaussee en werd later Rijkspolitieagent te Rotterdam.
Tijdens de bezetting werd Roel Rijksveldwachter. Zijn standplaatsen waren Dokkum, Noordbergum, Grouw en Winsum. Aan het begin van de oorlog trouwde Roel met zijn buurmeisje Geertien Scholten. Op 16 februari 1945 werd Roelof door de SD (Sicherheitsdienst) te Winsum gearresteerd. Roel deed zijn werk veelal niet in groepsverband, het waren vaak individuele acties. Wel is duidelijk geworden dat zich onder de preekstoel in de kerk van Winsum een zender bevond, deze is op zondag 5maart 1945 door de SD ontdekt.
In de vroege ochtend van 16 februari 1945 valt de Sicherheitsdienst in Winsum de huizen binnen van tien leden van een sabotageploeg, waaronder die van opperwachtmeester Jan Moes en 2 collega’s, te weten opperwachtmeester Piet Steringa en opperwachtmeester Roel de Lange. Na eerst in het Scholtenshuis te Groningen te zijn ondervraagd vertrekken ze 17 maart 1945 met een transport naar concentratiekamp Neuengamme bij Hamburg. Roel de Lange wordt het volgende ten laste gelegd:
aantekeningen opgemaakt door de SD:
Lid van de LO (landelijke organisatie voor hulp aan onderduikers), PV (politie verzet), het vervoeren van onderduikers als arrestanten, opmaken van geheime berichten, verzetswerk binnen de groep Steringa, lijfelijk verzet, koeriersdiensten.
In het kamp krijgen zeven mannen van de Winsumer sabotageploeg Torsperre opgelegd, hetgeen betekent dat zij (al in Nederland) ter dood zijn veroordeeld en de poort van het kamp niet uit mogen. Ter onderscheiding krijgen zij een groene armband om met het woord TORSPERRE.
Gevangenen met de groene armband verlaten op 23 april het kamp als laatsten, zij moesten eerst het kamp opruimen.
Eén van de gebombardeerde schepen
In het voorjaar van 1945 gaf SS leider Heinrich Himmler opdracht het concentratiekamp Neuengamme te ontruimen. Vermoedelijk om de gruwelen van de concentratiekampen zo lang mogelijk geheim te houden en om te voorkomen dat de gevangenen levend in handen van de geallieerden zouden vallen. Zo’n tienduizend gevangenen werden naar Lübeck gebracht en ingescheept op drie grote passagiersschepen: de Cap Carona (4.600), de Thielbek (2.800) en de Athen (2.000). Dit werden een soort drijvende concentratiekampen. Op de schepen was de toestand dramatisch. Voedsel was er nauwelijks en veel toch al zwaar verzwakte gevangenen zaten dicht op elkaar gepakt in pikdonkere scheepsruimen. Vermoed wordt dat de Nazi’s de schepen zelf tot zinken wilden brengen, zodat alle opvarenden in één keer om het leven kwamen, om zo het bewijs van het bestaan van de concentratiekampen te vernietigen.
De Britten vermoedden dat vluchtende Nazi ’s zich aan boord bevonden die van plan waren in Noorwegen de strijd te willen voortzetten. Dat moest tegen elke prijs worden voorkomen. Zo komt het tot een aanval door meerdere squadrons van de RAF-groepen 83 en 84 die van verschillende vliegvelden zijn opgestegen. Uitgerekend een dag nadat Hitler zelfmoord heeft gepleegd, en één dag voor de capitulatie van Duitsland. In totaal 7.000 slachtoffers waarvan 270 Nederlanders kwamen om het leven. Het schip waar Roel zich op bevond lag in Neustadt in de haven. Het schip de Athen werd gebombardeerd maar een groot deel van de munitie weigerde. Veilig wist het gehavende schip de kade van Neustadt te bereiken. Saillant detail is dat het Rode Kruis een dag voor het bombardement de geallieerden had gewaarschuwd dat er gevangenen aan boord waren.
Roelof de Lange overleefde wonder boven wonder al deze ontberingen. Na terugkomst was Roelof lange tijd TBC-patiënt en moest lange tijd rusten. In deze periode is hij begonnen te schrijven in het Zuudvelds dialect. Hij kwam in juni 1945 weer in dienst van de rijkspolitie en werd in 1946 aangesteld als postcommandant opperwachtmeester te Midlaren. In 1949 werd hij benoemd te Zuidlaren waar hij tot 1958 bleef. Roelof maakte snel promotie, zo werd hij in 1958 benoemd tot adjudant, op de leeftijd van 46 jaar, met als functie postcommandant te Diever.
Roel als schrijver
Roel de Lange is een geboren Zuudenvelder en heeft veel gepubliceerd in zijn Zuudvelds dialect.
Hij schreef veel dialectschetsen voor het Drents programma van de toenmalige omroep de RON (Regionale Omroep Noord) waarin hij de schier legendarische dorpsveldwachter Schultink allerlei avonturen laat beleven. Er verscheen een bundel korte verhalen van zijn hand onder de titel Verhalen over ‘t Zudenveld en heur bewoners. Deze verschenen in de jaren 1957 en 1958 in de Emmer Courant. Weerum naor ’t darp was de titel van een novelle, waarmee De Lange in 1956 de cultuurprijs van de Nedersaksische Schrieversbond won. Hij werd beschreven als een groot talent voor de toekomst van de Drentse taol. Enkele van zijn verhalen zijn in het bezit van de Universiteit te Groningen. Hieruit mag uit worden geconcludeerd dat zijn verhalen literair op een hoog peil stonden.
Passage uit de bekroonde novelle Weerum naor ’t darp
Wilm Renting en Rikoa stunnen in de oamd in de deur van ’t smederij en keken noar de Poolse soldoaten die’n kamp opslugen op ’t achterbrinkien. Twiej wichterties stunnen er bij te kieken. ’n Grote soldoat met ’n zwart snörrechien gaf ’s un stukkien sukeloa. Rikoa keek er vertederd naor. Wilm keek wied over ’t soldoatenkamp hèn en zag hiel in de varte het kamp, dat nog niet vrij was en doar de lèste jongs met de dood streen. Toen keen e op zied noar Rikoa en zag dat ze dreumerig veur zich oetzag. n’ Woar denkst an mien wicht ?’ vruug Wilm. Toen zee’t: Ik wil hèn de ooievoar schrieven en vroagen wat’n wichie kost.’
Roel leverde ook bijdragen aan het Drentse maandblad Oeze Volk. Hij schreef kinderboeken die werden uitgegeven bij Kluitman te Alkmaar. De titel van het kinderboek Met de trekvogels op reis werd zeer goed ontvangen en verkocht. Roel was een gelovig man en leverde ook bijdragen aan de VPRO omroep. In Diever en omgeving hield Roel vele voordrachten die altijd in de smaak vielen.
Bij het 25-jarig jubileum van de VVV te Diever was Roel een van de schrijvers van de revue met de titel ‘Liever naor Diever’. Van het Nedersaksisch Instituut kreeg Roel de Lange het verzoek om een Drentse roman te schrijven. Dit werk (Strubben Jans) heeft hij helaas niet af mogen maken.
Omslag van het kinderboek Met de trekvogels op reis
Het fatale ongeluk
Op de avond van 18 september 1959 heeft Roel dienst en controleert auto’s op de weg naar Dieverbrug. Hij wordt aangereden door een Volkswagen en smakt tegen het wegdek. Roel blijft zwaargewond op straat liggen en wordt per ziekenwagen overgebracht naar het ziekenhuis te Meppel, drie dagen later komt Roel te overlijden. Hij laat een vrouw en twee kinderen achter.
De verslagenheid binnen het politiekorps is groot, en in Diever is men in diepe rouw. Roel was een geziene inwoner die midden tussen de bevolking stond. Roel werd onder zeer grote belangstelling ten grave gedragen en begraven op de begraafplaats de Wolfsbergen te Emmen.
Een indrukwekkende begrafenis
1912 – 1959