Geschreven door Wil Legemaat op 05-04-2019
Geerthardus Cornelius Lammers werd geboren op 10 juni 1913 als zoon van Rutger A. Lammers en Foskea Post. Vader Lammers was notaris in Gieten.
Gerard Lammers ging in Gieten naar de lagere school en daarna doorliep hij het gymnasium in Assen.
Vervolgens ging hij aan de Groningse universiteit rechten studeren. Hij werd er lid van Vindicat en diende het studentencorps als senator en als kroegcommissaris. Daarnaast voetbalde Gerard, door zijn vrienden trouwens Kees genoemd, in het studentenelftal ‘Forward’ en was hij welpenleider bij de padvinders. In 1939 behaalde hij zijn titel.
Zeven jaar eerder, in 1932 was Gerard Lammers goedgekeurd voor de militaire dienst. Hij kreeg telkens uitstel vanwege zijn studie. Na zijn afstuderen moest hij alsnog onder de wapenen. Omdat hij kon paardrijden werd hij ingedeeld bij het 4e Regiment bereden Veldartillerie. Enkele weken na de capitulatie ging hij met Groot Verlof.
Gerard trouwde op 23 december 1940 met Tjarkje Wilhelmina Bleeker uit Usquert. Het paar ging in Gieten wonen, aan de Asserstraat. Ze kregen twee dochters: Juliana (1942) en Foskina (1944).
Vanaf januari 1943 was Lammers als advocaat verbonden aan de Drentse Balie.
Al betrekkelijk vroeg in de oorlog ging Gerard Lammers zich inzetten voor het Nationaal Steunfonds. Als voormalig militair was hij ook actief in de Ordedienst; vanaf november 1943 was hij groepscommandant te Gieten.
Daarnaast sloot hij zich aan bij de Landelijke Organisatie voor Hulp aan Onderduikers en onderhield hij contacten met Landelijke Knokploegen.
De aanleiding tot zijn noodlottige arrestatie was echter zijn betrokkenheid bij het illegale blad ‘Je Maintiendrai’. Lammers ving berichten op via de Engelse radio en speelde die door naar de redactie.
In juni 1944 werd de hele organisatie rond ‘Je Maintiendrai’ opgerold.
Gerard Lammers werd in zijn woning aan de Asserstraat door landwachters gearresteerd. Hij werd naar Assen gebracht en vandaar naar Kamp Amersfoort getransporteerd.
Op 11 oktober 1944 werd Lammers doorgevoerd naar concentratiekamp Neuengamme en vandaar ging het naar Husum en vervolgens naar Ladelund in Sleeswijk-Holstein.
In Husum moest Lammers tankvallen graven. Door het zware werk, slechte voeding en onvoldoende kleding werd hij verzwakt. In Ladelund liep hij een ernstige longontsteking op. Medicijnen waren er niet.
Op 24 november 1944 overleed Geerthardus Cornelius Lammers aan de gevolgen van deze longontsteking. Hij was 31 jaar.
Bron: ‘Gieten, namen op de steen’, H. Kuik en W. van der Neut-Legemaat, St. Het Drentse Boek, 1994