Geschreven door Johan Koolwaaij op 30-01-2020
Max Braam emigreerde in 1951 naar Zuid-Afrika. Hij is nu 71 jaar
en 'retired'. „Ik was," vertelt hij, „ondergedoken bij Mienis in de
Haarlemmermeerpólder. Die dag was ik met mijn maat aan het werk
in de werkplaats. Toen de auto met die drie mannen eraan kwam,
werd er 'Onraad!' geroepen. Wij doken het klaverland in." De naam
van zijn maat weet hij niet meer. Het was Pieter van der Kwast uit
Zwanenburg. Janne Kwak-Mienis, een van de
twee dochters des huizes, toen 14, was op school: „Het was maar goed
Toen dat mijn vader niet thuis was.
Dat was zo'n driftkikker. Daar waren ongelukken van gekomen. Mijn moeder heeft het me
verteld toen ik uit school kwam.
Die mannen kwamen voor Max en mijn moeder zei: 'Die is allang vertrokken.'
Ze doorzochten het hele woonhuis. Ze vonden niets en ze
reden weer weg. Niemand zag dat er stiekem één achterbleef. Na een tijdje kwamen de jongens
tevoorschijn." Max Braam: „ Om de hoek van de schuur stond een man met een
pistool. We moesten de handen opsteken. Ze brachten ons naar een
gevangenis in Amsterdam. Daar was op een muur geschreven: 'In
deze bajes zit geen gajes, maar Hollands Glorie potverdorie.' In het
kamp Amersfoort zag ik mijn maat weer terug. Ik had een rode drie-
hoek opgenaaid gekregen ten teken
dat ik politiek gevangene was. Hij had een rode cirkel voor onderduiker.
„Hij ging eerder op transport dan ik. Ik weet niet waarheen. Ik
kwam in Zwolle terecht. Veel jongens sprongen onderweg uit de
trein. Er werd veel geschoten. Wij waren spitters. Loopgraven. Maar
we losten ook schepen. Na een tijd werden we ingekwartierd in een school.
Toen ben ik weg geglipt. Ik slaagde erin heelhuids Bussum te
bereiken. Thuis! Vrijwel meteen ben ik teruggegaan naar de familie Mienis.
Van de honger! Daar kwam de bevrijding! Met Hans Groeneveld gingen we de boeren langs.
Overal kreeg je een borreltje. God allemachtig, wat waren wij dronken!
Hans Groeneveld is thans arts in ruste te Bussum: „Max Braam en ik sliepen bij Mienis samen op een kamer.
Ach, wat waren we bezopen zeg op de Dag der Bevrijding!"
Van Pieter van der Kwast hoor de niemand iets. Veel later ontvingen zijn ouders bericht van het Rode Kruis dat hij op 28 december 1944 in het concentratiekamp
Neuengamme aan longontsteking was overleden. Ze kregen ook zijn zegelring opgestuurd.