Geschreven door Erik van Rijsselt op 20-05-2023
Levensschets van Eelco Kortrijk
Eelco Wigerius Maria (Eelco) Kortrijk, geboren op 7 oktober 1910 om 05.00 uur aan de Raadhuisstraat 4-boven te Leeuwarden. Zijn vader is kleermaker.
Het gezin verhuist op 24 augustus 1916 naar Enschede om op 3 mei 1927 terug te keren naar Friesland, naar Sneek.
De oberkelner Eelco Kortrijk en Gerda Odenkerken verloven zich op 1 maart 1943. Eelco woont dan aan de Jansbinnensingel 18 te Arnhem en Gerda aan de Frankenstraat 309 en zij gaan daarna in ondertrouw in de gemeente Arnhem. Tussen 9 en 15 april 1943 trouwen Eelco en Gerda in het gemeentehuis van Arnhem. Gerda Odekerke is geboren op 11 oktober 1912 te Schin op Geul. Tijdens de gevangenschap van Eelco wordt zijn zoon Eelco Anton Jan Marie op 1 november 1944 geboren in Maastricht. Eelco Kortrijk wordt op 6 februari 1945 door de Duitsers vermoord in het Duitse concentratiekamp Neuengamme bij Hamburg; hij is dan 34 jaar, laat een vrouw en zoontje achter die hij nog nooit heeft gezien.
Na zijn huwelijk met Gerda blijft het stel in Arnhem wonen, maar Eelco wordt in juni 1943 voor dwangarbeid in een fabriek naar Bochum in Duitsland gestuurd. Eelco houdt het daar vier maanden uit en tijdens een verlofperiode in september 1944 duikt hij onder bij zijn ouders in Sneek. Tijdens zijn onderduik krijgt Eelco van het verzet uit Sneek regelmatig distributiebonnen. In Sneek leert hij de Maastrichtse fotograaf J.W. Coenen kennen, die in Sneek een fotografische opdracht heeft.
In Sneek komt Eelco in aanraking met het verzet en doet daar verzetswerk. Om onduidelijke redenen moet Eelco begin april 1944 uit Sneek verdwijnen. De Staatspolitie is hem op het spoor, dit i.v.m. contractbreuk en hij duikt onder bij zijn schoonouders aan de Frankenstraat 309 te Maastricht.
Begin juni 1944 wordt ook daar hem de grond onder zijn voeten te heet. Eelco besluit nu naar zijn “vriend” de fotograaf W.J. Coenen aan de Lage Barakken 13 te gaan, een aantal panden voorbij het Hulpbureau van politie te Wijck. Hier mag hij blijven tot op 13 augustus 1944 de wachtmeester Del Avo van de Staatspolitie, de Arbeitskontrolldienst (AKD) hem daar arresteert, een maand voor de bevrijding van Maastricht.
Eelco Kortrijk weet dat zijn “vriend” lid is van de NSB, maar in het hol van de leeuw zoek je niet naar een onderduiker is zijn redenatie. Aan W.J. Coenen in Maastricht, zijn laatste onderduikadres, betaalt Eelco elke maand FL.45, = voor de kamer waar hij verblijft. Hij denkt dat hij bij Coenen betrekkelijk veilig is, maar niets is meer dan waar. Coenen heeft in maart 1944 al een Belgische vrouw, die hem aanklampt voor hulp, na drie dagen bij de SD verraden, dit zonder scrupules.
Eelco Kortrijk wordt na zijn arrestatie tijdelijk ingesloten in het Hulppolitiebureau te Wijck, in dezelfde straat als waar hij is ondergedoken geweest. Gerda, zijn vrouw, heeft Eelco nog kort voor zijn deportatie naar kamp Amersfoort gesproken in het hulpbureau van politie. Daar deelt Eelco zijn Gerda mee dat hij door Coenen is verraden. Een van de wachtmeesters van de Staatspolitie zei tegen Coenen tijdens de arrestatie van Eelco, “ga maar slapen beste vriend alles is in orde”.
In de tussentijd neemt de zwager van Eelco Kortrijk, J.A.A.G. Winckers, een winkelier die in de Muntstraat 19 woont, direct contact op met de Duitse Fachberater Krönig in het Gewestelijk Arbeidsbureau aan de Bredestraat te Maastricht om zijn zwager vrij te krijgen. Krönig gaat uiteindelijk overstag en Eelco moet in Valkenburg gaan werken bij de Organisation Todt. In het bijzijn van Winckers belt Krönig met de commandant van de AKD, de opperwachtmeester der Staatspolitie, lid van de Waffen-SS Herbertus Bikker, om Eelco vrij te laten. Bikker weigert. Krönig vertelt Winckers na het telefoongesprek, ‘[…] dat Bikker mijn zwager niet in vrijheid wilde stellen, want wanneer Krönig hiertoe bevel zou geven, dan zou, volgens Krönig, Bikker mijn zwager Kortrijk opnieuw arresteren, echter voor het feit, dat Kortrijk een vals zegeltje op zijn persoonsbewijs had.’
Op 28 augustus 1944 is Eelco op transport gesteld naar Kamp Amersfoort en vervolgens naar het Duitse concentratiekamp Neuengamme bij Hamburg.
De verrader van Eelco, W.J. Coenen hoort door zijn ‘somber beeld van de zielsgesteldheid’ na de bezetting maar 3 jaar gevangenisstraf met aftrek van voorarrest tegen zich eisen.
Het is Bikker zijn schuld dat Kortrijk uiteindelijk in het Duitse concentratiekamp Neuengamme wordt vermoord. De laffe opperwachtmeester Bikker zelf ontkent in alle toonaarden zijn betrokkenheid.
Bikker krijgt in juni 1949 door de Nederlandse rechter de doodstraf te horen, die later is omgezet in levenslange gevangenisstraf. Op 26 december 1952 lukt het Bikker samen met zes andere veroordeelde oorlogsmisdadigers uit de Koepel van Breda te vluchten en vestigt zich in Duitsland. Doordat hij bij de Waffen-SS is geweest krijgt hij in 1955 het Duits staatsburgerschap. Een Duitse rechtbank oordeelt later in 1957 dat er te weinig bewijs voor een veroordeling tegen Bikker ligt en hij wordt niet uitgewezen en vervolgd. Later volgen er nog enkele rechtszaken maar steeds wordt hij vrijgesproken en hij overlijdt in 2008.
Op 3 oktober 1946 ontvang Gerda, de weduwe van Eelco Kortrijk een brief ondertekend door de toenmalige koningin Wilhelmina.
‘De meedogenloze vijand zag in Uw echtgenoot Eelco, als illegalen werker, een gevaar voor zijn misdadige bedoelingen. Zoo moest hij niet alleen naar een concentratiekamp gevoerd worden, maar tevens werden hem geestelijke en lichamelijke mishandelingen opgelegd. Door alle leed, wat zijn deel werd, is hij uiteindelijk d.d. 6 februari 1945 te Neuengamme overleden.
Ik kom U bij dit voor U zoo zware verlies Mijn oprechte deelneming betuigen. Zijn lijden en sterven zullen door ons allen niet vergeten worden. Moge zijn nagedachtenis U een steun in het verdere leven blijven.’ (getekend Wilhelmina)
Bron: https://www.struikelsteentjes-maastricht.nl/namenlijst/kortrijk-eelco/