Geschreven door Beheerder digitaal monument op 07-06-2017
Geschreven door de familie Van der Klauw
Het leven van Petrus Josephus (Piet) van der Klauw
Piet werd geboren op 4 januari 1922 in Rijpwetering (gem. Alkemade) als oudste zoon in wat later een groot gezin zou worden. Zijn vader werkte in Leiden bij de Haarlemmermeerspoorlijnen voor het onderhoud van de lijnen. In augustus 1926 kon hij daar een woning huren. Inmiddels was het gezin uitgebreid met nog drie kinderen. Het leven in een stad als Leiden was zeker voor opgroeiende jongens heel wat aantrekkelijker dan in een boerendorp.
Na de lagere school gingen Piet en zijn broer Henk naar de technische school. Piet in opleiding voor automonteur en Henk in elektrotechniek. ’s Avonds zaten ze aan de huis- kamertafel tekeningen te maken op grote vellen papier en dat maakte op de jongere broertjes en zusjes een enorme indruk. Helaas kwam hieraan plotseling een einde omdat een gedeelte van het spoorlijnennet werd opgeheven. Dit had tot consequentie dat het station Leiden Heerensingel in 1935 werd gesloten. Vader werd overgeplaatst naar Bovenkerk (gem. Nieuwer- Amstel) waar hij ploegbaas werd voor het onderhoud van de spoorlijnen Amsterdam – Aalsmeer en Amsterdam – Uithoorn.
Voor de jongens was voortzetting van het technisch onderwijs in Leiden niet meer mogelijk. De dichtstbijzijnde technische school was in Amsterdam. Ze liepen zich echter niet te vervelen want er was in en rondom het verwaarloosde spoorhuis wat de familie moest betrekken, genoeg te doen. Piet is als oudste een enorme steun voor zijn moeder geweest. Dat had ze wel nodig met een steeds groter wordend gezin. Gelukkig kon Piet een baantje krijgen in een textielzaak waar hij magazijnmedewerker werd. Naast het rondbrengen van bestellingen werd hij ook belast met het herstellen van oude matrassen. Door het werken met kapok heeft hij wel een astmatische aandoening gekregen. Toch is hij daar tot in de 2e wereldoorlog gebleven. Hij heeft in die tijd een avondcursus voor etaleur gevolgd.
In Bovenkerk kon hij al snel zijn draai vinden in het jeugdwerk en tussen vrienden. De eerste bezettingsjaren verliepen na de bombardementen op Schiphol betrekkelijk rustig. Piet had een aantal vrienden waarmee hij in 1941 en 1942 nog een fietsvakantie naar Elspeet maakte. In 1942 waarschuwde de boer bij wie ze kampeerden dat ze uit de buurt van de Duitsers moesten blijven want er gebeurde al het nodige aan in beslagname van fietsen en het oppakken van jonge mannen. In 1943 kregen de oudste drie jongens (resp. 22, 21 en 20jaar oud) een oproep om zich te melden voor de Arbeitseinsatz. Vanaf dat moment moesten ze onderduiken. Allereerst werd onder de vloer in de woonkamer een ruimte gemaakt met riet op de grond. Het luik zat onder het dressoir in de woonkamer. Dit kon echter niet lang duren want het verhaal ging dat de moffen bij huiszoeking met een bajonet door de houten vloer staken. Dus werd er een andere oplossing gezocht. Ze doken onder in een verlaten boerderij waar ze konden slapen op de hooizolder. Later zijn ze toch weer thuisgekomen en sliepen ze opnieuw onder de vloer. Piet en zijn twee broers hadden inmiddels een vriendin in Bovenkerk.
Het jaar 1944 is voor de familie dramatisch verlopen. Eén van de jongste zusjes kwam door een tragisch ongeval om het leven. Kort daarna kreeg vader van der Klauw een telefonische oproep dat hij zich moest melden bij een bureau van de Sicherheitsdienst in Amsterdam. Er was langs de spoorlijn een telefoonkabel doorgestoken op het traject waar hij verantwoordelijk voor was. Hij werd gevangen genomen en gelukkig werd hij door bemiddeling van de NSB-burgemeester van Nieuwer-Amstel die het toch voor zijn burgers opnam, weer vrijgelaten.
Korte tijd later werd hij ernstig ziek. In het ziekenhuis constateerde men een difterie. Dit is een zeer besmettelijke ziekte en in die tijd bestonden er nog geen medicijnen voor. Moeder bleef thuis achter met een groot gezin waarvan drie jongens ondergedoken zaten. Intussen begon de grootste tragedie in de familie. Op 24 augustus werd Bovenkerk overvallen door een razzia van SSers. Moeder zag ze al lopen op de Noorddammerlaan en dacht: ”Mijn jongens zijn daar aan het werk”. Piet en broer Jan vluchtten in de rietzodden aan de Amstelveense poel. Helaas werd Piet ontdekt en opgepakt. Hij moest op de fiets met zijn klompen aan naar de SD Euterpestraat in Amsterdam. Hier heeft hij nog kans gezien een briefje te schrijven dat hij later uit een auto wist te gooien. Er is nog een afdruk van maar omdat het nauwelijks te lezen is, volgt hier de inhoud.
Ik ben opgepakt en zit in de Euterpestraat. Word doorgestuurd, waarschijnlijk Amstelveenseweg. Maak het goed. Groeten thuis en aan Rie. P v.d. Klauw
Aan de andere kant stond het familieadres en een boodschap.
24 Aug. 1944
Wil vinder dezes zo goed zijn dit te willen doorsturen.
De vinder heeft dit gedaan met de mededeling dat hij geen kans zag om het mondeling te komen doen omdat hij of zij dan niet meer op tijd in Amsterdam terug kon zijn. Het briefje was ondertekend met LEVE ORANJE, LEVE NEDERLAND. Helaas is de naam niet meer leesbaar.
Dit is het laatste bericht dat we van Piet zelf vernomen hebben.
Later kwam er een brief van een mevrouw die schreef dat haar man contact met Piet heeft gehad in het Huis van Bewaring aan de Weteringschans en hij heeft haar langs clandestiene weg meegedeeld dat Piet op 29 augustus op transport is gesteld naar Amersfoort.
Vader heeft in het ziekenhuis constant gehuild van verdriet en moeder moest thuis alles alleen verwerken. Later kwam de in de parochie werkzame pater vertellen dat Piet gedeporteerd was naar kamp Neuengamme. Hij had dit vernomen van een medebroeder Karmeliet die ook bij dat transport was.
Naar aanleiding van een brief d.d. 12-01-1945 namens de familie kwam er een officieel antwoord van de plv. directeur Gewestelijk Arbeidsbureau Amersfoort dat P J v d Klauw op 8 september 1944 vanuit Amersfoort op transport gesteld was naar Ausgangslager Neuengamme nabij Hamburg. Dit bericht kregen ze op 31 januari 1945, dus 4 maanden later.
Toen op 5 mei 1945 Nederland bevrijd was, vroegen de buren: “Zullen we de vlag uithangen?” Moeder zei: “Neen, er moet nog iemand thuis komen !”
Helaas, Piet kwam niet meer thuis. Op 15 mei kwam er een afschrift van een brief, gestuurd door Politiepresident Rotterdam d.d. 8 maart 1945 aan de burgemeester van Alkemade, de geboorteplaats van Piet. Hierin werd meegedeeld dat hij is overleden op 27 januari 1945 aan een hartspierziekte in concentratiekamp Neuengamme en daar is gecremeerd. Daarna kwam er nog een brief van AFWIKKELINGSBUREAU CONCENTRATIEKAMPEN in Vught met als datum postmerk. Hierin stond dat het bericht van overlijden verkregen uit het door de Duitsers bijgehouden dodenregister. Nadere bijzonderheden zijn niet bekend. Op 31 juli kwam er antwoord op een vraag die door de familie gesteld was aan de Stichting 1940-1945. Aan de Stichting was gevraagd of men kon nagaan of er nog iemand was die Piet gekend heeft in de periode van gevangenschap of iets over hem wisten tijdens zijn veerblijf in Neuengamme. Een medegevangene schreef dat hij en nog anderen op 8 september 1944 naar Neuengamme getransporteerd zijn en na 14 dagen doorgestuurd naar kamp Husum vlak bij de Deense grens waar ze tankvallen moesten graven. De briefschrijver werd daar zelf aangesteld als doktersassistent in de ziekenboeg. Hier trof hij Piet, lijdend aan dysenterie, weer aan. Na verloop van enige weken is Piet met een ziekentransport teruggebracht naar Neuengamme. Via de Stichting hoorde hij van zijn overlijden zodat hem niet bekend was hoe het verder afgelopen is.
We mogen concluderen dat Piet, niet zo’n sterke jongeman van 23 jaar, aan het verschrikkelijk zware werk is bezweken.
Familie van der Klauw