Gerardus Antonius H. Jagt

Powered by vir2biz

Persoonsgegevens

VoornaamGerardus Antonius H.
InitialenG.A.H.
AchternaamJagt
GeslachtMan
Geboren02-11-1904 in Assen.
Overleden10-03-1945 in im Hauptlager KZ Neuengamme.

Reden arrestatieverzet
Gearresteerd inGroningen
Gearresteerd op09-11-1944

 

Neuengamme

Aangekomen op18-01-1945
VervoermiddelTrein
Vanaf plaatsGroningen

Detentiegeschiedenis

Groningen, Scholtenshuis,
Groningen, HvB, tot 16-01-1945

Kampen

Neuengamme

Ingezonden verhalen over Gerardus Antonius H. Jagt

Geschreven door JP Jagt op 05-05-2021

Tijdens de Tweede Wereldoorlog tijdens de bezetting van Nederland door de Duitsers ontstonden er meerdere verzetsgroepen in Nederland.
Een van deze groepen in het noorden van het land werd de groep De Groot genoemd. Vernoemd naar de schuilnaam van een van haar belangrijkste leden en oprichter Gerrit Jacobus Boekhoven (alias Henk de Groot)
Een van de verzetsstrijders en belangrijke contacten van Boekhoven binnen de groep was de Groninger Reinder Paul Houwen (Bob)
Als verzetsman werd hij vooral actief na april 1943, toen hij als voormalig militair werd opgeroepen zich te melden bij de bezetter. Hij riep voormalig militairen op zich aan deze gevangenschap te onttrekken, regelde onderduikadressen en organiseerde de zorg voor deze mensen en hun gezinnen. De activiteiten in het kader van deze ‘anti-meldingscampagne’ breidden zich steeds verder uit, ook al omdat voor al die onderduikers onder andere persoonsbewijzen, stempels en bonkaarten nodig waren. Houwen vond het belangrijk dat hij en zijn mensen ook voor de gevolgen van de anti-meldingscampagne voor de onderduikers garant konden staan. Zo was hij ook betrokken bij de voorbereiding van de overval op drukkerij Hoitsema, waarbij meer dan 133.000 bonkaarten werden buitgemaakt, de grootste ‘vangst’ bij een dergelijke overval tijdens de bezetting. Ook joodse onderduikers werden door Houwen niet vergeten. Via het werk dat voortvloeide uit de anti-meldingscampagne raakte Houwen steeds verder betrokken bij het verzet in de stad Groningen. Hij kreeg contact met andere verzetsgroepen. Zo speelde hij als medewerker van de Centrale Inlichtingen Dienst een belangrijke rol in de contacten tussen Engeland en het noordelijk verzet.
Op maandag 25 september 1944 ging Bob Houwen richting het huis van verzetsman Dominee Jan Derk Domela Nieuwenhuis Nyegaard aan de Pelsterstraat 44 in de stad. Hier zou hij enkele verzetsmensen ontmoeten voor een bespreking. Hij wist echter niet dat de SD vlak van tevoren een inval had gedaan. Bij deze inval was Koo Nieuwenhuis de zoon van de dominee doodgeschoten.Toen Houwen aanbelde deed een jongeman open, die een pistool op hem richtte en om papieren vroeg. Er volgde een schermutseling waarna hij door de voordeur naar buiten vluchtte.
Hij wilde zijn fiets pakken, maar die was verdwenen. Daarom rende hij zo snel als hij kon de Pelsterstraat uit, op naar de Vismarkt. Maar de landwachters zaten vlak achter hem en schoten met hun pistolen. Houwen werd driemaal getroffen, waarbij het derde schot zijn linker kuit raakte. Hij kon daarom niet meer verder en werd gearresteerd. Voor de SD was hij een kostbare vangst.
Via het ziekenhuis en de gevangenis belandde Houwen in het Huis van Bewaring te Groningen.
Het verzet wilde Bob Houwen zo snel mogelijk weer bevrijden. Pogingen tot ontvoering uit het ziekenhuis kwamen echter te laat. Daarom werd er een plan beraamd om hem op 9 oktober 1944 uit het huis van bewaring te halen met behulp van in het verzet werkende politiemensen en PTT-functionarissen.

Als een gevangene uit het huis van bewaring werd gehaald voor verhoor in het Scholtenhuis, dan moest dit van tevoren telefonisch door de SD worden meegedeeld. Om dit telefoontje daarna te verifiëren belde iemand van het huis van bewaring het Scholtenhuis weer, om te vragen of er inderdaad zojuist een opdracht was gekomen om een bepaalde gevangene te vervoeren. Om dit probleem te omzeilen werd er een nep-Scholtenhuis gemaakt.
In een huis aan de Paterswoldseweg werd een kantoortje ingericht met een speciale telefoonlijn. De heer Gerhard Jagt, lid van de verzetsgroep De Groot zou vanuit dit kantoor het huis van bewaring bellen met de mededeling dat Houwen en Westen, die bij elkaar in de cel zaten, zouden worden opgehaald voor verhoor. Jagt speelde hierbij de rol van Korn, die dezelfde voornaam had. Korn was een beruchte SD’er uit het Scholtenhuis. (Binnen de structuur van de Sicherheitsdienst aussenstelle Groningen, waar het Scholtenhuis onder viel, was Gerhard Eberhard Joachim Korn hauptscharführer van afdeling III belast met Jodenzaken, kerkzaken en voedselvoorzieningsindustrie)

Gerhard Jagt kwam uit een gezin die woonde aan de Driehovensteeg nr. 27 in Groningen. Het gezin verhuisde op 9 juni 1911 vanuit Groningen naar Dortmund. In Nederland was namelijk slecht aan werk te komen en in het Duitse Ruhrgebied was volop werkgelegenheid. De vader van Gerhard genaamd Jebbinus kon daar mogelijk aan het werk als treinmachinist. Op 13 oktober 1916 vestigde het gezin zich opnieuw in Groningen aan de Groote Appelstraat 30. Het gezin was in Duitsland bijna omgekomen van de honger. Gerhard was toen bijna 12 jaren oud en heeft naar alle waarschijnlijkheid goed Duits leren praten wat later goed van pas is gekomen. Gerhard heeft zich uiteindelijk opgewerkt tot gerant (directeur) van restaurant Suisse aan de Herestraat te Groningen toen hij uiteindelijk bij het verzet ging. Het gezin heeft tijdens de oorlog gewoond op het adres L. Henriettastraat 7 te Groningen. Dit adres wordt als contactadres genoemd op de verzetskaart van G.H.A. Jagt.

Tijdens de telefoongesprekken zou er op de achtergrond een assistente typen om het geheel zo echt mogelijk te laten lijken en klinken. De PTT-man zorgde ervoor dat zodra het huis van bewaring terugbelde, de telefoon werd doorverbonden naar het nep-Scholtenhuis aan de Paterswoldseweg.

Op 9 oktober 1944 was het zover. Na het telefoontje kwamen er drie politiemannen om de gevangenen op te halen met een auto, die beschikbaar was gesteld door garagehouder Van Biessum. De gevangenen stapten in en de auto reed weg. In de buurt waren overal verzetsmensen verzameld, mocht het plan foutlopen. Maar er ging niets mis; de auto vertrok en kon zonder oponthoud naar het eerste onderduikadres rijden in de Middenstraat. Uiteraard moesten de politiemannen nu ook onderduiken. Op het Scholtenhuis duurde het niet lang voordat men ontdekte wat er gebeurd was.




De gevolgen van de bevrijdingsactie voor Gerhard Jagt:
Op 12-11-144 werd Gerhard Jagt door de SD gearresteerd nadat ze eerst diens vader opgepakt hadden. De SD dreigde zijn vader te vermoorden als hij zich niet zou melden wat hij uiteindelijk gedaan heeft waarna zijn vader werd vrijgelaten door de SD. Gerhard werd naar de zolder van het Scholtenhuis gebracht alwaar hij verhoord werd. Uiteindelijk is hij via het Huis van Bewaring op 16-01-1945 naar concentratiekamp Neuengamme in Duitsland gebracht alwaar hij op 18-01-1945 aankwam en op 10-03-1945 (kan ook 22-02-1945 zijn) werd opgehangen door de Nazi’s.

Kort voor de bevrijding werd Houwen tijdens een razzia opnieuw opgepakt, maar ook deze keer slaagde hij erin – nu op eigen houtje – te ontsnappen. Op 8 april werd hij op een onderduikadres weer verenigd met zijn vrouw en kinderen. Op 16 april was Groningen bevrijd. De huidige voorzitter van OVCG, Deddo Houwen, is zoon van OVCG-oprichter Bob Houwen. Bob Houwen was de oprichter en initiatiefnemer van de Stichting Verzetsdocumentatie voor de provincie Groningen die op 1981 werd opgericht. Hier komt de Stichting Oorlog-en Verzetscentrum Groningen voor een groot deel uit voort.

Verhaal insturen

U dient ingelogd te zijn om een verhaal in te sturen.

Inloggen

Foto insturen

U dient ingelogd te zijn om een foto in te sturen.

Inloggen

Wijzigingen doorgeven

U dient ingelogd te zijn om een wijziging/opmerking te versturen.

Inloggen