Aldert Johannes Hazenberg

Powered by vir2biz

Persoonsgegevens

VoornaamAldert Johannes
InitialenA.J.
AchternaamHazenberg
GeslachtMan
Geboren16-11-1907 in Groningen.
Overleden10-03-1980 in Leeuwarden.


 

Neuengamme

Aangekomen op16-10-1944
Vervoermiddeltrein
Vanaf plaatsSachsenhausen

Detentiegeschiedenis

Politiekazerne Eindhoven, vanaf 03-11-1943 tot 19-01-1944
Sachsenhausen, vanaf 06-09-1944 tot 15-10-1944
1536 (P), 10461, tot 05-09-1944

Kampen

hazenb19071116

Ingezonden verhalen over Aldert Johannes Hazenberg

Geschreven door Bouke Hazenberg op 06-12-2021

Aldert Johannes Hazenberg, 1907-1980


Aldert werd geboren op 16 november 1907 in Groningen in een koningsgezind en gereformeerd gezin. Na het Stedelijk gymnasium in Kampen ging hij in 1929 rechten studeren aan de VU in Amsterdam. Zijn thuisadres werd toen IJsselmonde, een dorpje aan de zuidoever van de Maas bij Rotterdam, waar zijn vader burgemeester was. Hier leerde hij Catharina van Rij kennen en al snel verloofden zij zich. In mei 1936 werd hij buitendienst ambtenaar bij het Departement van Sociale Zaken. Omdat zijn werkterrein zich tot diep in Zeeland en Brabant uitstrekte kreeg hij in die regio een groot netwerk waar hij later in de oorlog gebruik van kon maken. Hij trouwde met Cathrien in 1936 en zij kregen in die jaren twee dochters. Van 1939 tot 1941 was hij in IJsselmonde tevens hoofd van de luchtbeschermingsdienst. Na het bombardement van Rotterdam in mei 1940 was hij belast met de evacuatie van vluchtelingen die in IJsselmonde waren opgenomen.

Via Mr. Cornelis van Rij, een neef van Cathrien, raakte Aldert betrokken bij “Vrij Nederland”1. In de zomer van 1940 begon hij dit blad te kopiëren en verspreiden. Vanwege de vele arrestaties bij “Vrij Nederland” werd het contact in april 1941 verbroken. Dit blad werd zelfstandig vanuit IJsselmonde voortgezet en in december 1941 omgedoopt tot “Geïllustreerd Vrij Nederland” en in juni 1944 in “Ons Vrije Nederland”2,3. Intussen werkte Aldert verder mee aan de illegale pers, hielp joodse onderduikers en neergeschoten piloten en deed inlichtingenwerk. In augustus 1941 ontsnapte hij nipt aan arrestatie door de Gestapo. De SD wist via een provocateur4 in het IJsselmondse verzet te infiltreren, waardoor enkele verzetsmensen werden gearresteerd en Aldert bij verstek ter dood werd veroordeeld. Vanaf november 1941 dook hij onder, met als schuilnaam Albert Jan Hoving en later Albert Jan van der Velden. Zo werd hij ingeschreven in het bevolkingsregister te ’s-Hertogenbosch en kon, gefingeerd als inspecteur bij de Spoorwegen, het hele land door reizen. Begin 1943 nam de groep in Den Bosch rondom ‘Tuf’, zijn bijnaam als student, de naam ‘Tuf-ploeg’ aan. Daarnaast maakte hij deel uit van een knokploeg die opereerde in Friesland, Groningen en Gelderland, organiseerde overvallen op enkele distributiebureaus en schakelde collaborateurs uit. Jan Leenheers, zijn adjudant die samen met hem ondergedoken was, schreef over deze periode5.

Vanaf mei 1943 maakte hij via Gerben Wagenaar (Freek) deel uit van de Raad van Verzet. Daarin werd besloten tot liquidatie van Antonie Damen, een provocateur die als V-Mann voor de SD werkte en infiltreerde binnen het verzet in Brabant. Pogingen tot liquidatie mislukten waarbij de verzetsman Hielke van der Wal om het leven kwam6. De SD ging hierop tot actie over en op 3 november 1943 liep Aldert samen met vier anderen in Eindhoven in de val, werd gearresteerd, opgesloten in het politiebureau7 en vervolgens in de politiekazerne in Eindhoven tot hij op 19 januari 1944 in concentratiekamp Vught belandde. Hij ging van 1 tot 11 februari naar het buitencommando Breda (vliegveld Gilze-Rijen). Naar eigen schrijven verbleef hij in Vught in blokken 12 en 19. Van het Polizeiliches Durchgangslager (P.1536) in barak 20 en 21 ging hij op 1 juli 1944 naar het Schutzhaftlager (Sch.10481) in barak 17 en was vervolgens werkzaam bij het Productiebureau v/h Philips commando tot 5 september 1944. In Vught ontmoette hij twee neven van Cathrien die in de zomer van 1944 waren opgepakt. Jaap van Helden was 24 jaar oud toen hij op 5 september in Vught werd gefusilleerd. Diens jongere broer Freek ging net als Aldert op transport naar Sachsenhausen en later naar Neuengamme, waar hij in 1945 op 23-jarige leeftijd is overleden.

Vanuit Vught8 werd Aldert op 6 september 1944 per trein gedeporteerd naar Sachsenhausen, bij Berlijn, (gevangennummer 98461) van 8 september tot 15 oktober 1944. Vanuit Sachsenhausen werkte hij in Heinkel Werke9 in Germendorf, dat vlakbij Oranienburg ligt ten noordwesten van Berlijn en is daarbij ook op vliegveld Berlijn (Flugplatz Oranienburg) geweest.

Op 15 oktober werd hij naar Neuengamme10, bij Hamburg, (gevangennummer 58293) vervoerd. Vervolgens ging hij rondom 29-10-1944 naar Engerhafe bij Aurich11, een buitenkamp van Neuengamme, waar een tankgracht rond Aurich moest worden gegraven als onderdeel van de zogenaamde Friesenwall, een beoogde maar slechts gedeeltelijk voltooide vesting. Vanuit Engerhafe keerde hij met het ziekentransport op 15-12-1944 terug naar Neuengamme. Daar leek op kerstavond eerst een vredige sfeer te ontstaan, maar die werd al snel met bruut geweld verstoord door de SS12. Vanaf 2 januari 1945 moest Aldert tot 23 maart naar Dalum13, bij Meppen, een Emslandkamp en buitenkamp van Neuengamme, waar werd gewerkt aan loopgraven van de Friesenwall. Op 24 maart moest hij vanuit Dalum via Cloppenburg lopend (circa 140 km) terug naar Bremen en daarna per trein naar Neuengamme14. Vervolgens ging hij op 8 april uit Neuengamme per “moordtrein”15, via omwegen naar Sandbostel16 op 18 april. Sandbostel was oorspronkelijk een krijgsgevangenenkamp (met medische voorzieningen), maar in 1945 bleek er een concentratiekamp zonder enige voorzieningen, apart aan te zijn toegevoegd. Op dat moment feitelijk een ‘Toteslager’, waarin uitbraken van vlektyfus en dysenterie heersten. Vanaf 20 april, na een bloedig neergeslagen ‘hongeropstand’ nam een afvaardiging van krijgsgevangenen in het hoofdkamp de leiding van de Duitsers over in afwachting van de bevrijders. Op 29 april 1945 volgde de bevrijding door de Engelsen en werd Aldert na enkele dagen verblijf in een ziekenbarak, vanaf 16 mei samen met 712 anderen uit Sandbostel overgebracht naar het Marine Community Camp II te Farge (bij Bremen).

Op 10 juni 1945 werd hij door Canadezen overgebracht naar Groningen, eerst naar het Academisch ziekenhuis (hij woog nog geen 40 kg), vervolgens bij vrienden uit het verzet in Groningen en op 6 augustus terug in IJsselmonde. Op 1 september 1945 verhuisde het gezin naar Leeuwarden en kregen daarna nog drie zoons. Aldert werkte vanaf 1 september 1945 opnieuw bij de buitendienst van het Departement en van 1953 tot 1973 Voorzitter van de Raad van Arbeid te Leeuwarden. In 1968 werd hij benoemd tot Officier in de Orde van Oranje-Nassau. In 1972 verhuisden ze naar Veenwouden. Op 10 maart 1980 overleed Aldert in Leeuwarden en werd begraven in Niekerk.

Bouke Pier C. Hazenberg

1. J.L. van der Pauw. Guerilla in Rotterdam. De paramilitaire verzetsgroepen 1940-1945. SDU-uitgeverij te ’s Gravenhage, 1995: Hoofdstuk 4. Groep Hazenberg, blz. 58-63.

2. Th. Delleman. Opdat wij niet vergeten: de bijdrage van de Gereformeerde kerken, van haar voorgangers en leden, in het verzet tegen het Nationaal-Socialisme en de Duitse tyrannie. J.H. Kok N.V. te Kampen, 1949: blz. 358-360.

3. L.E. Winkel. De ondergrondse pers 1940-1945. Martinus Nijhoff te ’s Gravenhage, 1954: blz. 121, 122, 324.

4. J.L. van der Pauw. Guerilla in Rotterdam. De paramilitaire verzetsgroepen 1940-1945. SDU-uitgeverij te ’s Gravenhage, 1995: Hoofdstuk 4. Groep Hazenberg, blz. 61: De provocateur noemde zich dr. R.V. Kaas, pseudoniem voor vermoedelijk S. Slier.

5. J. Leenheers. Verhalen, die men aan de kleinkinderen had kunnen vertellen. Schrijfmachinetekst, winter 1985 – tekst overgezet naar pdf in 2020: blz. 27-52.

6. Een smartelijke herinnering. Deel 33 uit de serie ‘De onbekende helden van 1940-1945’. Door Henk G. Westland, luitenant-kolonel b.d. Marechaussee Contact 2017, nummer 2, blz 12-14.

7. Proces-verbaal (No 75/845) van verhoor van J.M. Leenheers inzake A. Damen door J.W. Cleijne, rijks¬rechercheur, d.d. 7 augustus 1945. Getuigenverslag in het Centraal Archief Bijzondere Rechtspleging (CABR) in het Nationaal Archief over de strafzaak tegen Antonie Damen, inventarisnummer 299 (BRC, rolnr. 272/49).

8. Nederlands Rode Kruis dossiernummer IB 38030 en Europees persoonsdossier 76611.

9. In de Heinkel fabrieken moesten mensen vanuit Sachsenhausen werken en op Flugplatz Oranienburg.

10. J. Schuyf. Nederlanders in Neuengamme. De ervaringen van ruim 5500 Nederlanders in een Duits concentratiekamp 1940-1945. Aprilis te Zaltbommel, 2005, blz. 382.

11. Wikipedia-pagina https://de.wikipedia.org/wiki/KZ_Engerhafe over het concentratiekamp Engerhafe (bekeken op 6-11-2021).

12. J. Schuyf. Nederlanders in Neuengamme (zie noot 10), blz. 159. En in: Lach en een traan in de K.Z. Notities n.a.v. een voordracht gehouden op 11 februari 1980 (een maand voor zijn overlijden) voor de Rotary in Leeuwarden, blz 4.

13. P. Albers. Gevangen in het veen. De geschiedenis van de Emslandkampen. Omniboek te Utrecht, 12e druk, 2018. Dalum, Kamp XII, blz 155-161.

14. J. Schuyf. Nederlanders in Neuengamme (zie noot 10), blz. 271.

15. Eigen uitdrukking, opgeschreven in eigen notities in Europees persoonsdossier 76611.

16. Piet Dam. “Het (vergeten) concentratiekamp Stalag X B Sandbostel”, april 2017: blz 1-3.

Verhaal insturen

U dient ingelogd te zijn om een verhaal in te sturen.

Inloggen

Foto insturen

U dient ingelogd te zijn om een foto in te sturen.

Inloggen

Wijzigingen doorgeven

U dient ingelogd te zijn om een wijziging/opmerking te versturen.

Inloggen