Digitaal Monument
- Digitaal Monument
- Adrianus Groenewoud
Adrianus Groenewoud
Persoonsgegevens
Voornaam | Adrianus |
Initialen | A. |
Achternaam | Groenewoud |
Geslacht | Man |
Geboren | 11-11-1924 in Oud Beijerland. |
Overleden | 18-02-1944 in im Hauptlager KZ Neuengamme. |
Detentiegeschiedenis
, |
Kampen
Neuengamme, hoofdkamp |
Geleden ziektes
Open longtuberculose, Hamburg-Neuengamme, Hausdeich 60 tot 1944-02-18 |
Ingezonden verhalen over Adrianus Groenewoud
Wat er gebeurde met Adrianus (Adrie) Groenewoud
Geboren op 11 november 1924 te Oud-Beijerland
Gestorven op 18 februari 1944 in concentratiekamp Neuengamme bij Hamburg, Duitsland
En hoe enkele familieleden in november 2018 in Hamburg waren.
Een ongekende broer en oom.
De jongste broers waren peuter en baby toen Adrie Groenewoud het ouderlijk huis verliet om in Duitsland te gaan werken. Van de dertien kinderen was Adrianus het vijfde. Toen een van die broers later eens naar het portret vroeg, dat op de schoorsteenmantel stond, kreeg hij een kort antwoord; iets als: ‘dat is Adrie’. En dat was het. Over Adrie kon niet gesproken worden. Nog minder dan over het als baby gestorven broertje. Een van zijn zussen wilde rond 1990 toch meer weten over zijn lot. Zij ging naar de Vriendenkring-contactdagen en in 1996 naar Hamburg. Ze ging met haar dochters, waarvan ik er een ben.
In 2018 zijn er nog slechts enkele mensen in leven die Adrie als kind gekend hebben. Een oudere zus lukt het eindelijk om te vertellen over haar herinnering aan het gezicht van haar moeder toen die te horen kreeg dat Adrie dood was. De wond is niet geheeld.
Over de oorlog wordt meestal gezegd dat de familie niet echt honger heeft geleden, wat klinkt alsof men er redelijk vanaf gekomen is. Ik heb altijd het gevoel gehad dat het verhaal van deze oom Adrie meer invloed heeft dan gedacht. En zie het delen van aandacht voor zijn verhaal als een waardige manier om met zijn bestaan en zijn lot om te gaan. Daarom ben ik blij als de jongste broers en enkele nichten belangstelling hebben om mee te gaan naar de contactdag van de Vriendenkring in 2018.
De contactdag biedt veel informatie, maar voor de broers nauwelijks iets dat meer binding geeft met de persoon Adrie. Toch is de belangstelling gewekt en met vijf familieleden gaan we naar Hamburg om de plaatsen die belangrijk zijn voor het verhaal van Adrie te bezoeken: havenbedrijf Blohm en Voss, gevangenis Fuhlsbüttel, concentratiekamp Neuengamme. En we bezoeken de Ohlsdorf begraafplaats vanwege de monumenten voor oorlogsslachtoffers. We bereiden ons voor door verhalen uit te wisselen en het realiteitsgehalte van de verhalen te achterhalen als dat mogelijk is. Ook proberen we mensen op te sporen die nog een herinneringen uit de eerste hand hebben aan Adrie. Een 96-jarige tante uit schoonfamilie blijkt bijvoorbeeld heel verrassend nog informatie te kunnen geven.
Naar Hamburg om te werken bij Blohm & Voss.
Waarom gaat Adrie naar Hamburg? Nadat Nederland in 1940 is bezet, wordt Nederlanders gevraagd om vrijwillig in Duitsland te gaan werken. Deze ‘Arbeitseinsatz’, die in eerste instantie bedoeld lijkt om Duitse werknemers die in het leger zijn te vervangen, wordt in 1942 verplicht. Mensen worden per jaargang opgeroepen, en later wordt van bedrijven gevraagd om minimaal één persoon te sturen. Als iemand niet komt volgt arrestatie of bedreiging van de familie.
Wat men in Nederland in het algemeen niet zo beseft is hoe grimmig de situatie in Hamburg in 1942 is. Er worden veel arbeiders, krijgsgevangenen, tewerkgestelde Duitsers en gedeporteerden, ook van havenbedrijf Blohm & Voss, gevangen gehouden. En er sterven in Neuengamme al zoveel mensen, dat er op het terrein zelf een speciaal crematorium met twee ovens gebouwd is.
Adrie Groenewoud, net zo donkerrood van haar en rustig van karakter als zijn oudste broer, wordt in 1942 achttien jaar. Dat is in die tijd nog niet meerderjarig - tussen 1901 en 1988 werd je meerderjarig op 21- jarige leeftijd. Hij woont nog bij zijn ouders met zijn broers en zussen in een klein huis in Oud-Beijerland, waar zijn vader in vis handelt en hij is bevriend met de dochter van de groenteboer. Van de jongelingsvereniging kent hij een vriend die predikant wil worden en al studeert. Doorleren zit er in die tijd nog niet in bij de familie Groenewoud, ook al zouden ze het goed kunnen. Adrie werkt bij DAVO (NV. D.A. de Vroedt’s handelshuis afd. koloniale waren), waar hij levensmiddelen bezorgt en helpt in het magazijn. Ook DAVO krijgt een oproep voor de verplichte Arbeitseinsatz en Adrie zal voor dit bedrijf gaan. Hij is nog jong en de enige werknemer die nog geen kinderen heeft. Twee weken na zijn 18e verjaardag reist hij per personentrein naar Hamburg om te gaan werken bij havenbedrijf Blohm & Voss. Hij krijgt een treinkaartje en moet daarvoor ook een paspoort hebben geregeld.
Adrie is waarschijnlijk direct in een algemeen verblijf gehuisvest, er is geen particulier adres bekend. Hij schrijft in december 1942 een brief aan zijn ouders. Hij is blij met het brood dat ze opgestuurd hebben, ook al is het een beetje droog geworden. In januari schrijft hij aan de vriend dat hij een familielid van de smid in Oud-Beijerland op bezoek heeft gehad. Adrie schrijft dat hij misschien nog naar een kerkdienst kan gaan en gehoord heeft over een catechisatie. Over het werk schrijft hij niets.
De arbeiders werden ingezet in de oorlogsindustrie: Blohm &Voss maakte vooral schepen, wapens en munitie. Als er schade was in de stad door bombardementen, werden arbeiders ook ingezet om puin te ruimen.
Als we nu een rondvaart maken door de Hamburgse haven zien we op de grote kades en dokken van Blohm + Voss (de naam is nu, na allerlei fusies, met een ‘plus’ geschreven) bijna geen oude gebouwen meer. Tot in de jaren 60 van de vorige eeuw zou er nog een gedenkteken voor de oorlogsslachtoffers in de hal van het hoofdgebouw van Blohm & Voss zijn geweest.
Gevangen in Fuhlsbüttel.
Binnen vijf maanden gaat het echt mis. Adrie wordt op 20 april 1943 gevangen gezet in de Fuhlsbüttel gevangenis, Hamburg, Gestapo office Sectie III E, ‘bestrijding vijandige buitenlanders’. Hij is beschuldigd van sabotage, naar verluidt voor het tekenen van een Hollands vlaggetje en/of een hamer en sikkel. Gegevens hierover zijn niet zo betrouwbaar, horen we later. In deze voormalige politiegevangenis is de Gestapo de baas, maar houdt men wel de schijn op dat er een regulier proces is na de arrestatie, ook als het gaat om het ‘lozen’ van uitgeputte werkers of represailles voor geallieerde aanvallen. Buitenlanders zijn sowieso verdacht. Ze hebben al snel ook het stempel staatsvijandig.
Met zijn arrestatie verminderen Adrie’s kansen op overleven enorm. Maar hij schrijft in zijn brief van 1 juni dat hij denkt mogelijk binnen 1 of 2 weken weer weg te gaan uit de gevangenis. Hij zit dan in voorarrest. Het is onduidelijk of hij niet weet dat hij er niet meer uit komt, of zijn familie wil geruststellen.
In juli 1943 is er een groot bombardement op Hamburg, waarbij Blohm & Voss ernstig geraakt wordt. De mensen die er dan nog werken worden in Fuhlsbüttel gevangen gezet. Zij gaan dezelfde weg als Adrie.
Bij het bezoek in 2018 aan het museum in het poortgebouw van de Fuhlsbüttel gevangenis, onderdeel van een groot hedendaags gevangeniscomplex, vertelt de historicus Martin Reiter ons in het Nederlands over de gevangenis in Nazi-tijd. De arbeiders uit de Arbeitseinsatz hebben getalsmatig een klein aandeel. Door middel van persoonlijke verhalen wordt van de verschillende groepen die hier gevangen werden gezet een beeld gegeven. De gevangenis was zeer berucht, ook onder de Hamburgse bevolking, al vanaf 1933. Zeer confronterend is te horen hoeveel mensen hier rechteloos gemarteld en vermoord werden en hoe weinig mensen er veroordeeld zijn voor die daden. Des te moediger is het dat veel vrijwilligers, zoals onze gids, zich inzetten voor het recht door het vertellen van deze verhalen.
We bezoeken ook de enorme Ohlsdorf begraafplaats met meerdere grote monumenten voor oorlogsslachtoffers, maar ook een veld met gedenktekens en grafstenen voor Nederlanders. De naam van Adrie komt hier niet voor, maar we zien er de nog mooie bloemen die een week eerder door reizigers met de Vriendenkring zijn gelegd. Het geeft een gevoel van verbondenheid.
Op 11 november 2018 gedenken vijf familieleden in Hamburg de verjaardag van Adrie Groenewoud; 75 jaar geleden werd hij op deze dag 19 jaar in concentratiekamp Neuengamme.
Concentratiekamp (KZ) Neuengamme: Vernietiging door Arbeid.
Adrie verblijft in december 1943 in ieder geval in het concentratiekamp aan de Heerweg – tegenwoordig Jean Dolidierweg – ; dat blijkt uit de kaart die hij in het Duits schrijft. De tekst wordt voor de familie vertaald door de firma DAVO, op het briefpapier van de onderneming. Adrie mag niet schrijven wat hij er doet en hoe de omstandigheden zijn, dat weten we uit andere bronnen. Hij geeft aan geen nieuws te hebben. Maar uit zijn vragen naar kleding en ondergoed blijkt wel dat dit in niets verschilt van wat de anderen ondergaan. Wel schrijft hij dat hij een pakketje ontvangt, van familie en bekenden.
Adrie had nummer 00264. Dat is een heel laag nummer. De mensen die daar tegelijk met hem kwamen hadden al nummers ver in de duizenden. Na veel zoeken vind ik dat er voor politie gevangenen (arrestanten) een aparte nummering was. In het dodenschrift dat in 1996 nog te zien was, staat in plaats van de nationaliteit de afkorting ‘P. gef.’ Mogelijk betekent deze afkorting politie- of politiek gevangene. Waarschijnlijk kreeg hij dan meteen bij aankomst een kruis op de kleding, het teken voor gevangenen die het kamp niet levend mochten verlaten, ook niet om te werken.
In het boek ‘Nederlanders in Neuengamme’ staat bij Adrie’s naam het beroep timmerman vermeld. Mogelijk heeft Adrie zich, net zoals anderen, gemeld met een ander beroep omdat het misschien tijdelijk wat minder ongezond werk kon opleveren.
Op 18 februari 1944, even over twaalven, is ‘Adrian Groenewoud’ met als doodsoorzaak ‘Offene Lungentuberculose’ geregistreerd in het dodenschrift. De registratie van doodsoorzaak is volgens de informatie ook onbetrouwbaar, er kwam geen arts aan te pas. Gestorvenen in de nacht werden ‘s morgens uit de barakken gehaald door het lijkencommando en naar het crematorium gebracht ter verbranding, waarna de as werd uitgestrooid in de groentetuin, in gebruik voor het personeel. Geen respectvolle behandeling, geen graf.
De vernieuwde tentoonstelling die in 2018 op de plaats van het concentratiekamp is biedt een compleet beeld van de geschiedenis. Er zijn zoekmachines waarin de gegevens van personen kunnen worden opgevraagd en dat wordt meteen gedaan. Het lijkt een kleinigheid, maar op zich is de bevestiging dat ‘Adrianus Groenewoud’ inderdaad hier in staat de eerste bevestiging van zijn aanwezigheid die we tijdens de reis zien!
De opstellingen van een barak, de driehoog-stapelbedden waarin naarmate de oorlog vorderde drie mensen op krap 65 cm moesten slapen, vele gebruiksvoorwerpen en vooral de kunstwerken van gevangenen geven een goed beeld van het leven in het kamp. De ellende, maar ook de creativiteit van sommige mensen maakt indruk. Er is ook behoorlijk wat beeldmateriaal en interviews met overlevenden. Hartverscheurend. De een ziet een tekening van mensen die in de rij staan om opgehangen te worden. De ander is onder de indruk van een filmfragment waarop een uitgemergelde verwarde man met alleen een losse lange jas aan te zien is. Schokkend genoeg zijn dit soort filmpjes van kampbazen bedoeld geweest om hun regime te rechtvaardigen. Als ik later het boek ‘De laatste getuige’ lees, zijn het deze beelden die mijn voorstellingsvermogen op een nare manier aanvullen. Ik moet het denken hieraan doseren om te kunnen slapen. Toch zijn deze getuigenissen belangrijk om een realistisch beeld te krijgen.
Gedenken
In het openbaar toegankelijke Gedenkhaus, naast het monument voor de slachtoffers van dit concentratiekamp, zijn op sterfdatum alle namen te lezen van de mensen die hier zijn omgekomen. Een krachtig beeld op lange doeken voor rode muren. Onder het doek waarop de naam van Adrie staat legt mijn nicht de meegebrachte bloemen, waaronder een roos die in de tuin van haar ouders groeide. Ze krijgt er een vaas voor van de beheerder. Ik lees er een gedicht bij uit een bundeltje ‘Neuengamme’, van de Vriendenkring. We zijn stil bij de gedachte aan het onbevattelijk wrede lot van Adrie. We denken aan het trauma dat zijn dood is geweest voor zijn ouders en wat dat betekent heeft voor hun gezin. Door hier samen te staan doen we recht aan Adrie’s bestaan. We wenden ons niet af van de verschrikkingen, maar zien die onder ogen.
Samen kunnen we meer dragen dan iemand alleen merken we tijdens deze reis. Dat lukt alleen als er ook aandacht is voor wat een mens hebben kan. Als je het samenzijn ook aangenaam kunt maken door met elkaar te eten, te lachen, een spelletje te doen.
Met dank aan mijn reisgenoten, aan de ronleider in de Fuhlsbüttel gevangenis en aan de Vriendenkring.
Annemieke Verwaal
Verhaal insturen
U dient ingelogd te zijn om een verhaal in te sturen.
Inloggen
Foto insturen
U dient ingelogd te zijn om een foto in te sturen.
Inloggen
Wijzigingen doorgeven
U dient ingelogd te zijn om een wijziging/opmerking te versturen.
Inloggen