Geschreven door José Huurdeman op 24-02-2020
…………………………………………………………………………………………………………
Hermanus (Manus) van Burgsteden
Manus van Burgsteden (1925-1945) zat met zijn broer Jan en zijn vader Cees bij het verzet. Hun boerderij t Kwade Gat aan de Hessenweg in Stoutenburg, was tevens een schuilplaats voor onderduikers.
In de zomer van 1944 vonden op de boerderij zendactiviteiten plaats. De marconist die op 13 december 1944 was gearresteerd heeft na langdurig ondergane martelingen een aantal adressen waar hij had uitgezonden doorgegeven. Op 29 december 1944 vonden arrestaties plaats op diverse boerderijen.
Op t Kwade Gat verliep de overval nog gewelddadiger dan bij de andere boerderijen. Op deze koude winterdag werd op ’t Kwade Gat koren gedorst. Daar was veel mankracht bij nodig. Daarom werd Cees van Burgsteden (51) geholpen door zijn zoons Jan en Manus, de twee onderduikers, de knecht en vier buurjongens. In totaal waren er tien mannen aan het werk.
Bij de overval werden vader Cees en zoon Jan direct doodgeschoten.
Een van de buurjongens was toevallig net de buurt in, en een onderduiker heeft zich kunnen verstoppen onder het hooi. De andere zes mannen, waaronder Manus, zijn in een overvalwagen afgevoerd. De zes zijn die decemberdag eerst naar Apeldoorn gebracht, vervolgens naar de Kruisberggevangenis in Doetinchem en op 3 februari 1945 op transport gezet via Almelo naar concentratiekamp Neuengamme. Daar werden ze half februari overgeplaatst naar Kamp Reierhorst. Geen van allen overleefde het. Manus overleed in Kamp Reierhorst op 16 april 1945 op de leeftijd van 20 jaar.
Na de arrestaties op ’t Kwade Gat heeft een kennis van de familie Van Burgsteden nog getracht Manus vrij te krijgen. Deze kennis, mevrouw Reineke, is naar de officier van justitie gegaan om te vragen of Manus van Burgsteden vrij kon komen, want volgens haar was hij onschuldig. Maar de officier van justitie gaf haar te verstaan dat daar op die boerderij op een dag in juli zendapparatuur had gestaan om berichten van de ondergrondse door te seinen naar Engeland.
Tijdens het transport naar Neuengamme heet de trein met gevangenen lang stilgestaan bij Almelo. Daar heeft Manus een briefje naar zijn familie geschreven wat ook is aangekomen.
Na de bevrijding bleef de familie hopen op terugkeer van Manus. Maar met Pinksteren kwam het doodsbericht van hem.
Bron: José Huurdeman, Ondergronds in de Tweede Wereldoorlog, verhalen uit de Gelderse Vallei, Veluwe en Krimpenerwaard, Historische Kring Leusden 2019.