Martinus Johannes Bruin (Tinus) geboren 31-05-1924 op Scheveningen was woonachtig op het adres Willem Beukelszoonstraat 30. Van beroep machinebankwerker.
Hij is op 27 augustus 1944 in Aalten (Gld) gearresteerd als onderduiker. Om andere mensen niet in problemen te brengen vertelde hij dat hij op zoek was naar voedsel, maar hij had vlak daarvoor geholpen bij een overval op een distributiekantoor in Winterswijk.
Na zijn arrestatie werd Tinus vastgezet in het politiebureau te Winterswijk.
Tinus Bruin werd op 1 september 1944 door het Arbeitsamt Winterswijk binnengebracht in het Polizeiliches Durchgangslager Amersfoort. Zijn gevangenen nummer was 6716
Op 8 september 1944 werd Tinus op transport gesteld naar Neuengamme. Vanuit KL Neuengamme werd hij tewerkgesteld in het buitencommando Husum. Eind december 1944 met de ontruiming van AK Husum keerde hij terug naar het hoofdkamp Neuengamme.
In KL Neuengamme werd hij met dysenterie opgenomen in het Krankenrevier. Op ca. 10 maart is hij vanwege bloeddysenterie overgebracht naar de dysenterie barak. Aangenomen moet worden dat Tinus Bruin tussen 10 maart en 29 april in Neuengamme is overleden.De Minister van Justitie heeft 21 maart als overlijdens datum aangehouden.
In het onderduikmuseum te Aalten ligt in een koffer op de zolder een verhaal over dit gebeuren geschreven door zijn zus, Klara Bruin (Zus),getiteld "Mijn broers Wim en Tinus Bruin."(Wim Bruin was ook in Aalten ondergedoken geweest.)
De vader van Tinus heeft vlak voordat de trein in Amersfoort vertrok nog een koffertje aan Tinus kunnen geven met eten en brieven van thuis.
In kamp Amersfoort is een foto van Martinus Bruin bij de tentoonstelling "geef gevangenen een gezicht".