Geschreven door F Broertjes op 07-09-2020
Het gezin Broertjes
Mijn oma Aaltje Broertjes – Mantel en Mijn opa Piet Broertjes.
Krijgen vier kinderen;
Piet 02-09-1915
Simon 15-09-1917
Jan (mijn vader) 23-10-1921
Trijntje 28-10-1924
Vanaf 1922 woonden zij op de Zestedeweg 350 te Grootebroek.
Het gezin was Nederlands Hervormd maar dit alleen voor zover nodig om land van de kerk te mogen huren.
Mijn opa was zelfstandig tuinder en net als zoveel gezinnen in West-Friesland hebben ze het heel arm gehad.
Mijn opa was een overtuigd socialist en was lid van de SDAP. Later de PvdA. Het gezin nam een aparte plaats in het katholieke dorp en nam niet veel deel aan het dorpsleven.
Mijn ome Piet was als dienstplichtige soldaat in 1935 opgeleid als hospik. Bij de mobilisatie eind augustus 1939 werd hij opgeroepen en heeft als hospik dienst gedaan. In een brief uit 1940 schrijft hij aan zijn vriend Wim Teeuw over zijn ervaringen in de oorlogsdagen van mei 1940. Zijn legeronderdeel lag op 10 mei in Maasbommel, waar zij een hulpverbandplaats bemande. Dezelfde nacht verplaatste zijn onderdeel zich naar Amerongen, waar ze een dag en een nacht bleven. Vandaar uit gingen zij naar Wijk bij Duurstede. Toen ze daar net een paar uur waren, moesten ze weer weg. Na een lange reis kwamen ze aan op de Grebbenberg bij Rhenen, waarbij ze onderweg veel in dekking moesten gaan vanwege aanvallen van Duitse vliegmachines. Piet schrijft verder: ‘Bij de Grebbeberg bij Rhenen was het een ware hel. Ik hoop het van mijn leven niet meer mee te maken’.
Dezelfde dag is Piet met zijn onderdeel naar Utrecht teruggetrokken. Daar heeft hij een uur geslapen; het was er die dagen ervoor niet van gekomen. Ze namen een dag rust ‘om de boel weer in orde te maken’. Daarna werd een front betrokken boven Utrecht, maar daar is het niet meer tot strijd gekomen omdat Nederland zich had overgegeven. Piet verblijft bij het schrijven van de briefkaart. Op 23 mei, op het schip ‘Nomadisch’ dat in Vreeswijk lag. Daarin was Piet met een aantal mede-soldaten door de Duitsers geïnterneerd. Piet zou in augustus 1940 vrij komen.
De vrouw van Wim Teeuw was rond 1940 Jehova’s Getuige geworden. Door haar zijn Piet en zijn broer Simon Jehova getuigen geworden. Vader Piet was hier fel op tegen.Hitler heeft in 1935 het genootschap verboden waardoor lidmaatschap gevaarlijk was. Piet werd op 16 oktober 1943 in Hoorn opgepakt. Hij zou verraden zijn door een dominee. Hij is vermoedelijk naar de gevangenis aan de Weteringschans in Amsterdam gebracht. In 1944 is hij overgebracht naar kamp Vught.
Vanaf dit punt is er weinig informatie over het welzijn van Piet. Bekend is dat hij naar een buitencommando van kamp Neuengamme te Meppen-Verzen is overgeplaatst. Hij is daar op 16 december 1944 overleden aan een longontsteking.