Geschreven door Woudenberg op 24-07-2017
Poging tot reconstructie van de laatste dagen van
Johannes van den Brink
Putten Neuengamme (Dld)
05-04-1912 - 07-12-1994
Op 5 april 1912 werd in Putten op de Veluwe Johannes van den Brink geboren. Van zijn jeugd is mij niets bekend en eigenlijk van de rest van zijn korte leven ook niet. Johannes kwam in mijn leven doordat ik verkering kreeg en trouwde met zijn kleindochter Carin. De oma van Carin, Catharina van den Brink – van Duinen woonde samen met haar dochter Gerdien in Putten. We gingen daar vaker op bezoek en maar zelden werd gesproken over wat er n Putten tijdens de Tweede Wereldoorlog was gebeurd in het dorp en welke tragedie het gezin had getroffen.
Brink van den, Johannes, 32 jaar , geb. 05-04-1912 te Putten, gehuwd met Catharina M. van Duinen, 4 kinderen,
Besteller PTT, Peppelse weg A 34 f, overleden 07-12-1944 te Neuengamme, begraafplaats Conc. kamp Neuengamme.
Kamp nr Amersfoort 8213
Kamp nr Neuengamme 56905
In 1944 werd in de omgeving van Putten een Duitse officier vermoord door de ondergrondse.
Het verhaal van deze aanslag is terug te lezen op: http://www.oktober44.nl/html/de_razzia_van_1-2_oktober_1944.html.
Als vergelding van deze aanslag werd op 1 oktober het dorp omsingeld, werden vele mannen uit hun huizen gehaald en naar de kerk afgevoerd. Vele huizen werden door de Duitsers platgebrand, zo ook het huis van de familie van den Brink.
Onder de afgevoerde mannelijke bewoners was ook Johannes van den Brink.
Al snel werden zij per trein van station Putten naar Amersfoort vervoerd en kwamen daar in het Kamp Amersfoort terecht. Daar vandaan werden zij op 11 oktober afgevoerd richting Duitsland. Op 12 oktober stond de trein een hele dag stil in Almelo in de late avond werd de “reis” vervolgd met als eindbestemming kamp Neuengamme in de nabijheid van Hamburg.
De mannen stonden dicht op elkaar gepakt in de wagons. Bij het treinstel dat net buiten het kamp staat heeft men een betonnen plaats gelegd ter grootte van een wagon met voetafdrukken van het aantal mannen dat in de wagon geperst was. Hierdoor krijg je een indruk hoe dicht deze mannen op elkaar stonden en hoe weinig bewegingsruimte er was.
In het boek “Putten 1944” zijn vele verhalen opgetekend en staan de foto’s van hen die zijn omgekomen tijdens hun verblijf in Neuengamme. Eén van hen is Johannes van den Brink, de opa van mijn vrouw en echtgenoot van haar oma. Het voornoemde boek hadden mijn ouders ook thuis in de boekenkast staan en door mijn fascinatie voor de Tweede Wereldoorlog heb ik er al op jonge leeftijd in zitten bladeren en het later ook gelezen. Ik herinner me dat ik onder de indruk was door het verhaal en alle losse verhalen. Moeilijk om je voor te stellen hoe zoiets kon gebeuren en zovelen voor het leven kon tekenen of het leven kon kosten. Maar het waren verhalen die niet al te dichtbij kwamen doordat ik de personen in het boek niet kende of gekend had. Ik kon toen uiteraard nog niet vermoeden dat door keuzes die ik in mijn leven maakte ik toch nog geconfronteerd zou gaan worden met het verhaal van één van de foto’s uit het boek.
Op de begrafenis van oma in 2010 vertelde mijn zwager Willem (de broer van mijn vrouw) een behoefte te voelen om naar Neuengamme te gaan en daar te zijn waar zijn opa was geweest. Na een jaar hebben we deze tocht uiteindelijk samen gemaakt.
We hadden niet echt een idee van wat we zouden aantreffen na zovele jaren. Toen we de weg waar het kamp zich bevond afreden zag ik in eerste instantie alleen maar een gebouwtje met een soort gedenkteken. Dat leek een teleurstelling te gaan worden, maar na een paar honderd meter stonden we ineens voor de eigenlijke hoofdingang van voormalig concentratiekamp Neuengamme. Vanaf dat moment werd het in één klap allemaal heel tastbaar en waren we ons allebei bewust van het feit dat hij hier was geweest en nooit meer vandaan was gekomen. Met Duitse grondigheid heeft men het kamp gereconstrueerd en daar waar barakken gesloopt waren (de meerderheid) heeft men deze in de vorm van stenen uitgezet met een vermelding wat de functie van deze plek was geweest. Op deze manier hebben we redelijk gedetailleerd kunnen volgen hoe één en ander zich daar heeft afgespeeld.
Vanuit de trein was het een klein stukje lopen over de weg naar de hoofdingang van het kamp.
Op een tekening is dat afgebeeld, ik maakte foto’s op hetzelfde weggetje maar dan kijkend naar de kant waar de trein stond. Willem loopt daarop in dezelfde richting als de gevangenen op de tekening.
Daarna kom je uiteraard bij het toegangshek van het kamp. Het nieuwe hek is een metalen uitvoering die al indruk op ons maakte. Maar we troffen in het kamp ook nog het originele hek aan en beseften dat hij hier langs moet zijn gegaan toen hij het kamp in 1944 betrad.
Het meest waarschijnlijke is dat de mannen zich daarna op de appélplaats moesten opstellen, iets wat in zo’n kamp dagelijkse kost was. Bij de reconstructie van het kamp kwam een groot deel van de originele appélplaats tevoorschijn en ook daarvan hebben we uiteraard een foto gemaakt. Weer vreemd om te beseffen dat hij hier gestaan moet hebben in een vreemd land met misschien een aantal plaatsgenoten om zich heen.
De volgende stap op de route moet haast wel het afgeven van de kleding en het ontvangen van de gevangeniskleding zijn geweest. Ook deze barak is in stenen uitgezet en op een bordje is de functie weergegeven.
Hoe het hem daarna is vergaan is uiteraard niet helemaal precies na te gaan na zoveel jaren.
Voorbeelden van hoe een barak eruit zag troffen we in één van de gebouwen aan evenals de “bedden” die gebruikt werden.
Uit het feit dat hij al in december 1944 is overleden kun je afleiden dat hij dus maar 2 maanden in het kamp geleefd heeft. Hij zal spoedig ziek zijn geworden en zeer waarschijnlijk in de ziekenbarak hebben gelegen. Deze barak is op dezelfde wijze weergegeven als de barakken die gesloopt zijn, dus d.m.v. stenen.
Tante Gerdien heeft vele jaren na zijn dood een document gekregen waarop staat geschreven dat hij is overleden aan tyfus? Na het overlijden werd het lichaam in het mortuarium gebracht. In eerste instantie werden de overledenen overgebracht naar een crematorium in Hamburg, maar in 1944 beschikte het kamp over een eigen crematorium. Dit heeft zeker te maken gehad met het grote aantal overlijdens in die tijd.
Ik heb een foto gemaakt waarop Willem op de plek waar het crematorium zich indertijd bevond staat en ook een foto van hoe het crematorium er in 1944 uit heeft gezien.
Na het bezoek aan het eigenlijke kamp zijn we doorgelopen naar een ander deel waar het gedenkteken en de boeken en doeken met namen van hen die zijn omgekomen zijn ondergebracht.
Het was een indrukwekkende reis en een onvergetelijke ervaring om de sporen van de opa van mijn vrouw en zwager Willem te volgen. Hij heeft hierdoor voor mij een gezicht gekregen en zal niet vergeten worden.
Veenendaal juli 2017
Arthur Woudenberg
Mocht u interesse hebben in dit verhaal mét de foto’s erin? Stuur mij dan een email:
anhwoudenberg@hotmail.com