Geschreven door José Huurdeman op 09-04-2021
Gerrit (Gart) van den Belt
Boerderij ’t Kwade Gat in Stoutenburg was een van de locaties waar in zomer/najaar 1944 door geheim agenten werd geseind. Nadat marconist Herman Leus op 13 december 1944 werd gearresteerd volgden arrestaties bij diverse zendlocaties.
Citaat uit Ondergronds in de Tweede Wereldoorlog, verhalen uit de Gelderse Vallei, Veluwe en Krimpenerwaard: ‘Karel van Ginkel kwam op die 29 e december 1944 te laat aan bij Cees van Burgsteden op boerderij ’t Kwade Gat aan de Hessenweg in Stoutenburg, want hij zag twee overvalwagens met de gearresteerde mannen uit Woudenberg en Scherpzeel al op het erf staan. Hij kon niets meer doen. Hier verliep de overval nog gewelddadiger dan bij de andere boerderijen. Op deze koude winterdag – er lag sneeuw en de wegen waren glad – werd op ’t Kwade Gat koren gedorst. Daar was veel mankracht bij nodig. Daarom werd Cees van Burgsteden (51) geholpen door zijn zoons Jan en Manus, de twee onderduikers Theo Hermsen en Co Poort, de knecht, tevens buurjongen Gerrit van den Belt, plus de buurjongens Van den Berg.
Cees van Burgsteden en zijn zoon Jan waren al meteen op 29 december doodgeschoten. De andere zoon, Manus van 19 jaar, werd met de Amersfoortse onderduiker Theo Hermsen, buurjongen Gerrit van den Belt, en de drie buurjongens Evert, Tery en Han van den Berg in de overvalwagen afgevoerd. Een van de onderduikers, Co Poort, had kans gezien zich op de deel onder een hooiwagen te verstoppen. Hij had hooi over zich heen getrokken, is daar uren blijven liggen en is niet ontdekt. De zes zijn die decemberdag eerst naar Apeldoorn gebracht, vervolgens naar de Kruisberggevangenis in Doetinchem en op 3 februari 1945 op transport gezet via Almelo naar concentratiekamp Neuengamme. ‘ De zes zijn vermoedelijk met het eerste transport op 12 februari 1945, vanuit Neuengamme overgeplaatst naar Kamp Reierhorst, met primitieve barakken zonder verwarming of ramen, waar ze onder zeer slechte omstandigheden moesten werken aan de bouw van een groot buiten - kamp van Neuengamme: Wöbbelin. Zij kwamen om door ziekte, honger en ontberingen en gebrek aan hygiëne en medische zorg. Gerrit van den Belt overleed op 9 maart 1945.
Bron: José Huurdeman, Ondergronds in de Tweede Wereldoorlog, verhalen uit de Gelderse Vallei, Veluwe en Krimpenerwaard, Historische Kring Leusden 2019.