Geschreven door Daan van Beek op 12-12-2024
Daniël (Daan) van Beek (geboren: 24 juni 1888) werkte in de bouw als betonvlechter en was overtuigd socialist en later communist. Met zijn vrouw Barbera, hun dochter Beb en zoon Daan vormden zij een gelukkig gezin. De familiefoto’s tonen ’socialistische’ uitjes zoals landdagen van de Vrienden van de Sovjet-Unie (VVSU) en vakantiekampen met de jonge communisten.
De Centrale Inlichtingendienst (CI) zette Van Beek in 1925 op een lijst met ‘Hollandsche revolutionairen’ zonder dat een functie werd vermeld en blijkbaar alleen omdat zijn vrouw ‘penningmeesteresse Soc. gemengde zangvereniging Ontwaakt’ was. In 1938 was Van Beek weer in beeld als penningmeester van de Communistische Partij van Nederland (CPN) afdeling Utrecht en maakte samen met zijn vrouw deel uit van het Utrechtse afdelingsbestuur van de VVSU. In 1939 stond hij op de lijst ‘links-extremistische personen’.
De familie Van Beek ving regelmatig vluchtelingen op in hun kleine arbeiderswoning in Utrecht. Vanaf 1933 werd de Internationale Rode Hulp in Nederland actief bij het onderbrengen van Duitse communisten en socialisten. De Nederlandse overheid probeerde de vluchtelingen op te sporen en zette ze vast of wees ze uit naar Duitsland. De CI werkte vanaf 1935 samen met de Duitse Geheime Staatspolizei (Gestapo) bij die zoektochten.
Vanaf het begin van de oorlog werd de CPN een verzetsorganisatie. Voordat de landelijke organisatie met vijfmansgroepen tot stand kwam waren al plaatselijk groepen actief. Van Beek en zijn vrouw Barbera van Beek-van Veenendaal (1894-1976) begonnen met het verzorgen van onderdak voor Joden en onderduikers en gingen krantjes (De Vonk) en manifesten van de illegaliteit verspreiden. Van Beek en zijn vrouw hadden een stencilmachine thuis. Daarnaast werkten zij voor het Solidariteitsfonds dat geld inzamelde voor de familie van opgepakte partijleden.
Na de Februaristaking (1941) arresteerde de Sicherheitspolizei bijna 500 communisten, met name binnen de verspreidingsgroepen van de illegale bladen. Toen een naaste medewerker werd opgepakt ivm het organiseren van de Februaristakingen dook Van Beek onder. Tijdens zijn onderduikperiode kwam de Gestapo (of de Sicherheitsdienst (SD)) tweemaal huiszoeking doen.
Vlak na de inval van de Duitsers in de Sovjet-Unie arresteerde de Duitse bezetter onder de noemer CPN-Aktion vanaf de nacht van 24 op 25 juni 1941 en enkele dagen daarna zo’n 600 communisten, waaronder 26 uit Utrecht. De Nederlandse politie verrichtte in opdracht van de Duitse Sicherheitspolizei de arrestaties aan de hand van de lijsten die de CI voor de oorlog had gemaakt en gedeeld met de Gestapo. Het lijkt een ongelukkig toeval dat Van Beek juist die nacht niet op zijn onderduikadres was maar vanwege zijn verjaardag (24 juni) thuis was.
Opmerkelijk dat zijn vrouw toen niet werd gearresteerd, beiden stonden immers op de CI lijsten. Zij zette het illegale werk dapper voort na de arrestatie van haar man en nadat zij het bericht van zijn overlijden had gekregen. Barbera zou 14 december 1942 opgepakt worden, waarschijnlijk door verraad bij De Waarheid. Zij overleefde de concentratiekampen Vught en Ravensbrück en kwam 24 augustus 1945 terug in Utrecht na een herstelperiode in Zweden.
Werd Van Beek tijdens en vlak na zijn arrestatie als functionaris van de CPN (penningmeester afdeling Utrecht) hard aangepakt? Het zal niet zachtzinnig zijn geweest. Dat de Gestapo de verhoren deed bleek uit een brieffragment van Wim de Mol, die ook bij de CPN-Aktion werd opgepakt. Hij schreef 19 oktober 1941 in een naar buiten gesmokkelde brief uit kamp Schoorl: “… na onze arrestatie kreeg ik als eerste bij de Gestapo een slag in m’n gezicht … en na m’n verhoor, kreeg ik nog eens een slag in m’n smoel om te voelen dat ik maar een stuk stront was!”.
Op 16 juli 1941 schreef Van Beek vanuit kamp Schoorl de eerste briefkaart naar huis die bewaard is. Hij had nummer 312 en zat in barak 6B. Uit de tekst blijkt dat hij daar al enige tijd was en vaker had geschreven. Vervolgens kwam er iedere week één gecensureerd bericht, in totaal negen. Hij schreef in klein schrift met nauwelijks punten en hoofdletters. Soms was het raden naar de betekenis en leken er verborgen aanwijzingen te worden gegeven: “…hoe gaat het met Ant, is hij al ontslagen als hij thuis komt, dan weet je er alles van, hoe of je dan tegen over hem moet gaan staan, afijn je begrijp me wel, maar anders zal het wel niet zoo goed met hem aflopen…” en “… en een handdoek er was er een bij, die was al zoo weg ten minste kapot, je weet nu wel wat voor een hempje of ik bedoel, daar je de vouwen niet zoo in kan zien…”. Berichten van thuis werden in de zomen van toegezonden kleding genaaid.
In die brieven uit Schoorl klonk enige hoop door op een beperkte detentie en thuis hoopten ze dat Daan misschien voor kerstmis naar huis zou komen. Vanuit Schoorl werden 200 van de 600 opgepakten bij de CPN-Aktion vrijgelaten. Van Beek schrijft op 6 augustus: “… zijn er uit een Barak 27 man naar huis gegaan die dag daarop 3 toen waren wij allen van mening, dat zal wel niet zoo lang meer duren, dat wij ook gaan, maar neen hoor, nu merken wij niets meer, dus maar afwachten …”.
Hoop op een militaire overwinning verwachtten de communisten van de Sovjet-Unie. “… en wij hopen dat de strijd in het Oosten maar spoedig afgelopen zal zijn, daar hangt dan ook alles van af …” schreef hij 27 augustus. Begin september 1941 verhuisde Van Beek naar barak 4B. Een groot deel van de gedetineerden in Schoorl waren in augustus naar het nieuwe kamp Amersfoort overgeplaatst. Op 28 oktober 1941 stuurt hij vanuit PD Amersfoort zijn laatste brief naar huis. Schutzhäftling Daniël van Beek, Block: 3, No.: 729 schreef: “… wij zijn hier j.l. vrijdag (24 oktober) aangekomen, ik heb al de oude bekenden gezien, net komt Gijs (de Waal) me op zoeken, …”.
18 november 1941 ging hij op transport naar KZ Neuengamme. Zijn nummer werd 6638. Eind 1941/begin 1942 werd door de gevangenen gewerkt aan de opbouw van de steenfabriek, aan het met scheppen en kruiwagens verbreden van de Dove Elbe en aan het graven van een vervoerkanaal naar het KZ. Misschien werd bouwvakker Van Beek ingedeeld bij de bouw van de steenfabriek?
Daan van Beek stierf op 28 januari 1942 op 53 jarige leeftijd. De abominabele omstandigheden in het kamp werden hem fataal. De Duitsers zorgden dat hun administratie sluitend was en daarbij hoorde een doodsoorzaak: Stunde: 7,30. Todesursach: Versagen v. Herz u. Kreisl. b. Fleckfieber, maar die kwam zelden overeen met de werkelijkheid.
Het kan zijn dat Fleckfieber (vlektyfus) direct of indirect wel degelijk zijn doodsoorzaak is geweest. Een citaat uit een brief van dochter Beb aan haar moeder: “…en Molenaar zijn terug, M. vertelde dat Vader aan typhus was gestorven …” (Piet Molenaar, een eveneens in juni ’41 opgepakte Utrechtse CPN-er en een van de weinigen die de concentratiekampen overleefde). In december 1941 was het aantal tyfuspatiënten in KZ Neuengamme zo groot geworden dat het hele kamp enkele maanden in quarantaine werd gezet. De SS’ers probeerden zo min mogelijk in het kamp te komen.
In het boek Nederlanders in Neuengamme beschreef M.H. Breuls hoe de barakken werden ontsmet van vlektyfus: “… Eén der barakken werd volledig leeg gemaakt en onder gas gezet. Na twee dagen werd de barak wederom geopend en werden de mensen in een volgende barak naakt uitgekleed. Zij moesten hun kleren in de barak achterlaten en zo werden zij, bij een temperatuur van min 25ºC naar buiten gedreven en in de ontsmette barak ondergebracht. Aldaar waren geen bedden, geen dekens, geen kachels of wat dies meer zij om zich te verwarmen. Men stond als een kluwen tegen elkaar aangedrukt om zoveel mogelijk warmte van zijn buurman te krijgen. Deze toestand duurde zo tweemaal 24 uur …”.
Breuls noemde geen datum. De temperatuur daalde die winter alleen in de nachten van 26 en 27 januari beneden de 20º onder nul. Er lag een flink pak sneeuw. Misschien vond de ontsmetting van de barakken op die dagen plaats gezien de extreem lage temperatuur van min 25ºC uit het citaat. 28 januari overleed Van Beek ’s ochtends om 7.30 uur.
Van de 26 opgepakten bij de CPN-Aktion overleefden 17 de ontberingen niet. Ruim een week na zijn overlijden werd het lijk van Daan van Beek op 5 februari naar Hamburg gebracht om te worden gecremeerd. De oorlogsgravenstichting plaatste in 1953 een gedenksteen op het Nederlands ereveld in Hamburg, Friedhof Ohlsdorf. Vak BP73, Rij 0 nummer 18LNKS.
Bronnen:
Archieven.nl
Gegevens CI (Centrale Inlichtingendienst) gepubliceerd op site Huygens ING
Dossier Barbera van Beek-van Veenendaal bij Stichting 40-45.
Website NIOD over operatie Barbarossa (tijdelijke webpagina)
‘Het Telegram, op zoek naar een verleden,’ Rien Dijkstra. ISBN: 9789402172188
Het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog 1939-1945
Gebundelde brieven van W.H.J. de Mol uit concentratiekampen ’We worden hier als staal’. Originelen in het Utrechts Archief.
Brieven van Van Beek uit kamp Schoorl en Amersfoort en brief van dochter aan haar vader.
Toten-Nachweis-Büchern von Neuengamme
Nederlanders in Neuengamme, Dr. Judith Schuyf, uitgeverij Aprilis. ISBN 9059940512
Tentoonstelling in Het Nationaal Bevrijdingsmuseum 1944-1945 in Groesbeek: ’De Communisten. In verzet tegen fascisme en kapitaal’.
https://chroniknet.de/extra/historisches-wetter-nach-monat/?wetter-monat=januar-1942&wetter-station=1975-hamburg-fuhlsbuettel